vorst der Eburones, in Belgisch-Gallië gevestigd, verdedigde met moed de vrijheid van zijn vaderland tegen de heerschappij der Romeinen. Toen Caesar (54 v.
Chr.) een gedeelte van zijn leger in het land der Eburones de winterkwartieren wilde doen betrekken, brak er door toedoen van Ambiorix en Catuvolcus een opstand uit; de bezetting van het legerkamp te Aduatuca (waarschijnlijk bij Tongeren) in het land der Eburones werd aangevallen en vernietigd. Vervolgens sloot Ambiorix een bondgenootschap met de Aduatuci, Nervii en Menapii, omsingelde het legioen van Q,. Cicero, en dit ware verloren geweest, indien Caesar geen kennis had gekregen van de hachelijke toestand van zijn soldaten. Caesar verstrooide de opstandelingen, doch Ambiorix liet niet na de Romeinen te verontrusten. Op alle manieren zocht Caesar zich van hem meester te maken, maar tevergeefs. Wel verwoestte hij het gehele land, doch Ambiorix ontkwam telkens aan zijn handen. De verdere lotgevallen van hem zijn onbekend. Er is een standbeeld voor hem te Tongeren opgericht.Lit.: C. Jullian, Histoire de la Gaule, III, 4de éd. (Paris 1926), P‘]365-4i7,met volledige bibliografie; A. W. Byvanck, Nederland in den Romeinschen tijd, 3de uitg. (Leiden 1945), p. 62-74.
