stad in Belgisch Limburg, aan de Jeker, op golvende Haspengouwse leembodem (105 m hoog, 1319 ha), telt (1951) 14363 inw. Er is metaal-, hout-, voedings-, aardewerk- e.a. nijverheid; landbouwmarkt.
Eerst bewoond door de Eburonen, die tegen Caesar’s legioenen opstonden onder aanvoering van Ambiorix (standbeeld, 1866), werd het na hun nederlaag bevolkt door de Tungri en weldra een belangrijk Romeins handels- en strategisch punt (Atuatici Tungrorum; muur van 4500 m lengte, waarvan 1200 m nog zichtbaar). In de 4de eeuw werd een kleinere muur rondom de stadskern gebouwd tegen de invallende Franken, waarvan torens bewaard zijn. Het was toen al, en tot de 11de eeuw, de zetel van een bisdom. Verwoest door de Vandalen, Hunnen, Noormannen en Brabanders, kreeg het in de 13de eeuw nieuwe muren (Moerepoort) en stadsrechten; het werd ontmanteld door Karel de Stoute en ook in de 17de en 18de eeuw meermalen belegerd en geplunderd. De prachtige Gothische O.L.V.-basiliek (13de-15de eeuw) heeft een toren van 60 m hoogte (1442-1541), een Romaanse kloostergang (12de eeuw) met 60 zerkstenen, een I5de-eeuws eiken retabel, een wonderdoend I4de-eeuws Mariabeeld (7-jaarse heiligdomsvaart), een I2de-eeuws Christusbeeld, fraai koperwerk en een kostbare kerkschat. Er zijn een begijnhof met o.m. een bezienswaardige kerk, een hospitaal met praalgraf (1697) en oude kunstvoorwerpen. Het stadhuis dateert van 1749 Er is een oudheidkundig museum; een fontein vermeld door Plinius, en het kasteel Betho.LEO DE WACHTER
Lit.: J. Paquay, T., geïll. gids (Tongeren 1911); Idem, T., monographie ill. (Tongres 1913); H. Baillien, T., België’s oudste stad (Tongeren 1948); Gids voor T. (Leuven 1950); J. Libot, Geschiedk. schets der stad T. (2de uitg., Tongeren 1905); J. Paquay, T. voorheen (Tongeren 1934); H. van de Weerd, De civitas Tungrorum (Antwerpen 1914); J. Paquay, Monographie ill. de la collégiale N.D. k T. (Tongres 1911); G. Thys, Hist. du béguinage de T. (Tongres 1881).