Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DYNTER, Edmond van

betekenis & definitie

Brabants geschiedschrijver (gest. Brussel 17 Febr. 1448/’49), behoorde misschien tot een tak van het geslacht der vroegere heren van Dinter, bezat de academische graad van magister artium, en was reeds in 1406 secretaris van Anton van Bourgondië, hertog van Brabant.

Onder diens zoons Jan IV en Philips van St Pol en ook na 1430 onder Philips de Goede bleef hij deze functie vervullen, waardoor hij nauw betrokken was bij de politieke gebeurtenissen. Hij voerde verscheidene diplomatieke en administratieve opdrachten uit en schijnt een zekere rol te hebben gespeeld bij de voorbereiding van de stichting der Leuvense universiteit (1425). Tijdens zijn laatste levensjaren woonde hij, als weduwnaar in de geestelijke stand getreden, ambteloos te Brussel. Hier schreef hij in het Latijn zijn aan Philips de Goede opgedragen kroniek der Brabantse hertogen (tot 1442), die in opdracht van hertog Philips door Jean Wauquelin in het Frans werd vertaald en die met deze vertaling uitgegeven is door P. F. X. de Ram: Chronica nobilissimorum ducum Lotharingiae et Brabantiae ac regum Francorum (3 dln in 4 stukken, Bruxelles 1854-1860; Comm. roy. d’Hist.). Dit werk is van groot belang als bron voor de Brabantse geschiedenis in het laatst der 14de en in de eerste helft der 15de eeuw, waaromtrent Van Dynter uitnemend is ingelicht, en wegens de meer dan 200 oorkonden en brieven, die hij woordelijk heeft ingelast. Hij schrijft droog, nauwkeurig en gematigd, met enige terughoudendheid.Lit.: P. F. X. de Ram, Introduction in t. I. 1re partie (1854-1860), van diens uitgave; E. van Even in Biogr. nationale, t. VI. (1878).

< >