buitenverblijf van de Zweedse koningen op het eiland Lofö in het Mälarmeer ten N.W. van Stockholm. Reeds in 1581 liet Johan III daar een paleisje in een park bouwen, dat genoemd werd naar de koningin (Zw.: drottning) Anna Jagello.
Tachtig jaar later werd het aangekocht door koningin Hedwig Eleonora, weduwe van Karel X. Na een brand gaf zij in 1662 opdracht tot herbouw aan de grote architect Nicodemus Tessin de Oude die in de volgende jaren de kern van het huidige paleis bouwde, terwijl zijn zoon Nicodemus Tessin de Jonge van 1695-1700 de leiding overnam en vooral ook binnenarchitectuur en inrichting, park en terrassen in de heersende Barokstijl verzorgde.De glorietijd van Drottningholm dateert vooral uit de 18de eeuw, toen het paleis (in 1744) aan Louisa Ulrica van Pruisen, de jonge gemalin van kroonprins Adolf Frederik, geschonken werd. In haar opdracht moest de architect Carl Hårlemann het paleis vergroten door de aanbouw van lage paviljoens aan de beide uiteinden. Het park werd tegen het einde der 18de eeuw, onder Gustaaf III, voor een groot gedeelte, volgens de heersende mode van die dagen, herschapen in „Engelse stijl”. Belangrijk zijn de talrijke bronzen beelden van Adriaen de Vries, die zich in het park bevinden, uit Praag als oorlogsbuit in de 30-jarige oorlog naar Zweden gekomen.
Drottningholm heeft echter vooral internationale bekendheid gekregen door het theater dat zich in het park, naast het paleis bevindt. Het werd in de jaren 1764-’66 in opdracht van Adolf Frederik gebouwd en beleefde een grote bloei onder Gustaaf III, wiens belangstelling in de hoogste mate uitging naar het toneel. Na de dood van de koning (hij werd in 1792 vermoord) bleef het ongebruikt en werd langzamerhand vergeten. In 1921 deed Agne Beijer, de directeur van het huidige theatermuseum aldaar, echter de verrassende ontdekking dat, dank zij deze lange periode van vergetelheid, niet alleen de schouwburgzaal volkomen intact was gebleven, maar dat ook de hele toneelinrichting bewaard was met decors en machinerieën. Naast Gripsholm bezit Drottningholm dus nu de meest volledig ingerichte schouwburg van 18de-eeuws type, die ter wereld bestaat, en dat met louter originele onderdelen. Er worden opvoeringen van oude werken gegeven.
Lit.: A. Nordström, Stockholm med omgivningar (Stockholm 1948); Agne Beijer, Teatermuseet pa Drottningholm (in: Teaterhist. Studier, Uppsala 1948); Idem, Bilder fran Slottsteatern pa Drottningholm (Malmö 1942); Per Hilleström, Gustaviansk Teater (Malmö 1947).