gemeente in Oostvlaanderen, ligt bij Gent, aan de Leie. De vlakke bodem (2947 ha) bevat klei en zand, geschikt voor weiden — waarop veeteelt — en landbouw.
De inw. (6943 in 1947) werken verder in het textielbedrijf, in brouwerijen en stokerijen. Men deed Romeinse vondsten. De abdij zou gesticht zijn door St Amandus in de 7de eeuw; in 1138 werd er de Premonstratenzer regel ingevoerd. De abdijkerk, herbouwd in de 16de eeuw, werd verwoest door de Geuzen in 1366; de huidige toren dagtekent van 1736. De abdij bloeide tot 1796, toen het Franse regime haar afschafte; de gebouwen waren een tijdlang fabriek en herbergen, sedert 1837, een noviciaat der Jezuïeten. Het dorp leed erg onder de oorlogen en beroerten in het Gentse.Lit.: F. de Potter en J. Broeckaert, Dr. (Gent 1864).
