is een ketter uit Samaria ten tijde van Christus. Hij gaf zich uit voor de beloofde Messias en stichtte een eigen secte.
Ofschoon hij slechts weinig volgelingen telde is de secte toch tot de 10de eeuw blijven bestaan.Lit.: Revue des études juives 42 (1901) 27 vv.; O. Bardenhewer, Gesch. der Altkirchl. Literatur I (1913) 345/6.
DOSITHEUS (grammaticus)
Latijns grammaticus, Griek van geboorte (vermoedelijk 400 n. Chr.). Hij vertaalde interlineair een Latijnse grammatica, waarschijnlijk van Cominianus, in het Grieks; dit werk is grotendeels behouden. Hieraan is reeds in de Oudheid toegevoegd een leesboek dat stukken in het Latijn ter vertaling in het Grieks en omgekeerd bevatte en voor een deel tot ons gekomen is (de zgn. „Hermeneumata Pseudo-dositheana”). Door taal en inhoud is dit aanhangsel voor de kennis van de Latijnse taal en voor de maatschappelijke toestanden van die tijd van veel gewicht en bezit groter waarde dan de eigenlijke Dositheus.
Bibl.: Uitgave van D. zelf door Tolkiehn (Leipzig 1913), van de Pseudodositheana door Goetz in het Corp. Glossariorum Lat., dl III (Leipzig 1892).
Lit.: C. Lachmann, Ueber D. (in: Kleine Schriften, Bd 2, Berlin 1877).
