Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIODORUS VAN TARSUS

betekenis & definitie

geboren te Tarsus of Antiochië (ca 330) uit een voornaam geslacht, studeerde te Athene, werd als streng asceet met Flavianus leider van een kring van monniken. Hij stichtte de jongere Antiocheense school; had als leerlingen o.a.

Chrysostomus en Theodorus van Mopsueste. Hij bestreed energiek Julianus de Afvallige; tegen de Eunomianen en Apollinaristen verdedigde hij de waarheid en zuiverheid van het geloof, en gold als ijverig voorvechter van het Nicaenum in het Syrische Oosten. Als exegeet tegen alle allegorese (zie Alexandrijnse school), legt hij de basis voor een nieuwe methode, die karakteristiek voor de Antiocheense wordt (meer aandacht voor de letterlijke, reële zin). Van zijn geschriften is weinig bewaard gebleven. Als dogmaticus heeft hij, in zijn zorg om tegen de Apollinaristen de integriteit van Jezus’ menselijke natuur te handhaven, uitdrukkingen gebruikt, die hem van een „nestorianisme avant la lettre” doen verdenken, en die hem de bestrijding door Cyrillus van Alexandrië op de hals haalden. In de christologie onderscheidde hij nl. een dubbele zoon Gods (uit natuur en uit genade), terwijl hij de verhouding van beide naturen in Christus schildert als een inwoning van de Logos in de mens Jezus. Zeker is, dat de Nestorianen zich later op hem beriepen. Priester in 363; bisschop van Tarsus 378; dood ca 392.DR G. DE GIER M.S.C.

Bibl.: Uitg. bij Migne Patrologia graeca, 33: P. de Lagarde, Analecta syriaca.

Lit.: Ermoni; in Muséon 1901, p. 422-444; Harnack, Diodor v. Tarsus in Texte u. Unters. XXI, 4 (1901); Funk, Kirchengesch. Abhandl. und Unters. III 1907 (tegen Harnack); Deconinck, Essai sur la chaîne de l'Octateuch (Paris 1912).

< >