Grieks schrijver (Sancta Marina op Lesbos 20 Nov., n.st. 2 Dec. 1834 - Mytilene 25 Jan. 1907), studeerde te Mytilene, Athene (1850-1856), München en Berlijn, promoveerde in Duitsland en werd in 1861 hoogleraar in de algemene geschiedenis en filologie aan de universiteit te Athene. Hier noodzaakten hem zijn vele vijanden, die hij zich als aanhanger van koning Otto als ook door zijn succes op de hals had gehaald, zijn ontslag te nemen (1869), waarna hij zich op Lesbos terugtrok.
Nadat hij wegens een catechismus, die strijdig was met de Islam, bij de Turkse regering aangeklaagd was, vluchtte hij naar Griekenland. Hier gaf men hem zijn vroegere ambt terug en vertrouwde hem het onderwijs der koninklijke prinsen toe. Toch moest hij opnieuw zijn professoraat neerleggen en vertrok, nadat de beschuldigingen tegen hem te Constantinopel weerlegd waren, weer naar Mytilene (1882). Bernardakis heeft zich als dichter en geleerde grote naam verworven. Nu wordt hij niet meer gelezen en worden zijn toneelstukken niet meer gespeeld.Bibl.: drama’s: Maria Doxapatri; Merope; Euphrosyne; Kypseliden. Een Griekse spraakkunst; een wereldgeschiedenis (dl I, Athene 1867); een kerkgeschiedenis; vele bijdragen in tijdschriften.
