Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DEUTERONOMIUM

betekenis & definitie

(Herhaling van de Wet) is in de Griekse vertaling de naam van het 5de boek van het O.T. De bedoeling van de naam is uit te drukken, dat wij hier hebben de wetten door Mozes in het land van Moab gegeven, een soort herhaling van de op de Sinaï gegeven wetten.

Het merendeel van de geleerden van heden erkent in een gedeelte van dit geschrift de wetgeving in 621 v. Chr. door koning Josia van Juda ingevoerd. Wetten bevatten de hoofdstukken 12-26; de eerste 11 hoofdstukken bevatten een inleiding nu eens meer verhalend dan weer vermanend van toon. De hoofdstukken 27-30 vormen het besluit van de wetten en de laatste 4 hoofdstukken de laatste toespraken en daden van Mozes. De verschillende gedeelten van het boek bevatten vaak ouder materiaal, o.a. afkomstig uit wetbundels van verschillende tempels in Israël en Juda. Door taal en stijl onderscheidt Deuteronomium zich nadrukkelijk van de andere zgn. boeken van Mozes, al is er ook verwantschap van geestelijke achtergrond. Deuteronomium sluit zich aan bij het zgn. Bondsboek, een oude wetbundel, bewaard in Ex. 20 : 22-23 : 33. Het is een poging om, op grond van oude voorschriften de eredienst in Israël te hervormen, in Jeruzalem te centraliseren, en het gehele sociale leven op hoger peil te brengen. Het is doordrongen van profetische denkbeelden en draagt een duidelijke stempel van barmhartigheid en menslievendheid. De invloed van de profetische gedachten werkte diep door in de historische literatuur, die in later tijd zeer merkbaar in deuteronomistische geest is overgewerkt.PROF. DR G. J. THIERRY

Lit.: Zie, behalve de Commentaren, vooral: O. Eissfeldt, Einleitung in das A. T. (1934); G. von Rad, Deuteronomium-Studien (1947), met de aldaar opgegeven literatuur; W. Baumgartner, Der Kampf um das Deuteronomium, theol. Rundschau (1929), p. 1-25; R. H. Pfeiffer, Introduction to the O. T., New York, 5th ed. (1941), p. 177 vv.; A. Bentzen, Introduction to the O. T., II (Copenhagen 1949).

< >