Vlaams schrijver (St Baafs Vijve 8 Aug. 1906), debuteerde met humanitair-expressionnistische lyriek en ontwikkelde zich naderhand vooral als romancier, hoewel hij, zij het in mindere mgte, als dichter werkzaam bleef en in zijn bundel Vaarwel (1940) zijn beste verzen schonk. De romantische tegenstelling ideaal-werkelijkheid, die aan de grond van zijn poëzie ligt, zette Demedts sinds 1936 om tot een niet minder romantische problematiek individugemeenschap, welke hij telkens opnieuw aanvatte in naar de vorm meestal onbevredigende, doch om de psychologische resonans steeds boeiende romans.
Die psychologie is er een van melancholie en onrust. Van de onverenigbaarheid tussen de idealistisch strevende mens en de vijandige wereld in Het Leven drijft (1936) ontwikkelt de romancier zich geleidelijk tot het berustend pessimisme van zijn tot dusver beste werk, Het heeft geen belang (1944): de mens blijft een onoplosbaar raadsel en het heeft geen zin de onvolmaakte wereld te willen veranderen volgens onze dromen en idealen.Demedts was mede-oprichter en redacteur van De Tijdstroom en Vormen en is thans redacteur van Dietse Warande en Belfort. Zijn omvangrijke productie bevat, benevens gedichten en romans, novellen, biografieën, critiek en toneel.
DR R. F. LISSENS
Bibl.: poëzie: Jasmijnen (Kortrijk 1929); Geploegde Aard (ibid. 1931); Kleine Keuze (Mechelen 1937); Vaarwel (Oude-God 1940); romans en novellen: Mannen van de straat (Kortrijk 1933); Het Leven drijft (Rotterdam 1936); Afrekening (ibid. 1938); Voorbijgang (Oude-God 1939); Geen tweede maal (Brugge 1941); Het heeft geen belang (ibid. 1944); Voor de avond valt (ibid. 1947); studies en critiek: Edward Vermeulen (Leuven 1937); De Vlaamsche Poëzie sinds 1918, 2 dln (Diest 1941; 2de uitg. 1945); Hugo Verriest, de levenwekker (Kortrijk 1945); Richard Minne (Antwerpen 1946).
Lit.: A. Westerlinck, Het Lied van Tantalus (Brugge 1943).
