Vlaams literair tijdschrift (1930-1935), was het orgaan van de post-expressionnistische generatie. Redacteuren waren P.
G. Buckinx, A. Demedts, L. Lagasse, Fr. van Bogaert, R. Verbeeck en J. Vercammen. Het is vooral van betekenis geweest voor de poëzie. Het zette zich schrap tegen de gemeenschapspoëzie en de experimenten van de expressionnisten en streefde naar een „persoonlijker en menselijker kunst”. Het programma verklaarde dat de kunst de kristallisering van het leven van de kunstenaar is en dat haar graad van schoonheid wordt bepaald door de hevigheid van het beleven en de mogelijkheid om deze bewogenheid te verstoffelijken in de enig passende vorm. Dit impliceerde een zekere terugkeer tot de individuele waarden en tot een vormtucht, die het humanitaire expressionnisme veronachtzaamd had. DR R. F. LISSENS.