stadje in Oostvlaanderen, ligt aan de Leie en de vaart Deinze-Schipdonk. De vlakke bodem (866 ha), zand en klei, is geschikt voor landbouw en bloementeelt.
Er is textielnijverheid, kantwerk, houtbewerking, voedingsindustrie. Inw. (1947) 5545. Deinze wordt vermeld in 880, het werd toen vernield door de Noormannen. Stadskeuren kreeg het in 1241 en 1404.
In de 14de eeuw was het een centrum van lakenindustrie. Het hoorde onder de kastelenij Kortrijk, was grafelijk bezit sedert 1316, werd markiezaat in 1625 en eigendom van het huis de Merode van 1632 tot 1816. Poorten en stadsmuren zijn verdwenen. De merkwaardige O.-L.-Vrouwekerk is deels Romaans, deels Gothisch uit de 14de eeuw, met zuiderbeuk uit 1637-’43, werd hersteld in 1886-1906 en sterk beschadigd in 1918 en 1940.Lit.: A. van den Abeele, Gesch. der stad D. (Gent 1865); Bijdragen tot de gesch. der stad D. (Deinze 1934, e.v. jaren, vnl. jg. 6): Deinze en het land aan Leie en Schelde (Deinze 1939).
