Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

DAVIT

betekenis & definitie

is een aan de hijskranen verwante inrichting om lichte vaartuigen, tot de uitrusting van een schip behorende, te vieren of te hijsen. De zeilschepen hesen de sloepen oorspronkelijk met takels van de raas af.

Later werden de gewone draaidavits (,,gooseneck”-type) met rondgebogen boveneind ingevoerd, welke lang stand hielden, en nog wel toegepast worden voor lichtere sloepen. Sinds ca 1900 heeft men verbeterde typen ingevoerd, die beogen zware boten met meer veiligheid, minder ruimteverlies en groter „sprei” te kunnen behandelen (sprei is de afstand die de boot buitenboord kan worden gebracht; in engere zin de afstand van hijspunt davit tot draaipunt davit, horizontaal gemeten) en vooral ook de boten bij slagzij van de hoge kant af te vieren. Als hoofdtypen noemen wij de kwadrantdavits van Welin, de davits met schroefstang (bijv. de Columbus-davits) en de zwaartekrachtdavits van Mac Lachlan) (zie afb.). Om de sloep zijn voornaamste verticale beweging te geven wordt tussen sloep en davitkop een „sloepstalie” ingevoerd, d.w.z. een stel blokken waartussen de sloepsloper wordt geschoren.

De „halende part” van de loper wordt soms nog met menselijke kracht behandeld, maar thans vrijwel steeds met mechanische kracht der sloepslieren. Het bovenblok van de talie is met een haak in een oog van de davit gepikt, het onderblok met een oog in een haak aan de sloep. Men heeft verschillende patentinrichtingen die de veiligheid verhogen door te zorgen voor: max. afviersnelheid en gelijktijdig uitpikken van de onderblokken (nodig bij zeegang, waar anders de sloep aan één blok kan blijven hangen en omslaan of volspoelen). Tegenwoordig mogen draaidavits ook niet meer met de hand worden gedraaid, maar moet dit d.m.v. worm en wormrad en zwengel gebeuren.De sloep staat normaal aan dek op sloepsklampen

en is met krabbers gesjord. Hangt zij buitenboord in gewone draaidavits, dan is zij door broekmatten (gevlochten touwbanden) stijf tegen stootkussens op een sjorbalk, de „spankerboom”, gehaald om stukslingeren te voorkomen. De davits zijn dan met bakstagen en een tussenstang geborgd. Stukslingeren tegen het schip tijdens het vieren wordt voorkomen door de zgn. „Schat’s schaatsen”, die later weer verbeterd zijn.

Zijn davits om enige reden ongewenst, dan gebruikt men laadbomen of sloepskranen. Davits worden ook gebruikt voor het hijsen van lichte lasten, zo heeft men munitie-, torpedo-, of anker-davits.

IR R. F. SCHELTEMA DE HEERE.

< >