Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

David hendrik CHASSÉ

betekenis & definitie

baron, Nederlands generaal (Tiel 18 Mrt 1765 - Breda 2 Mei 1849), trad in 1775 als cadet in dienst bij het Nederlandse leger. In de Patriottentijd schaarde hij zich aan de zijde der Patriotten, nam ontslag uit de dienst om zich te voegen bij het patriottische legertje van Holland en hielp dit gewest als kapitein verdedigen tegen de Pruisen.

Na de nederlaag nam hij de wijk naar Frankrijk, waar hij zich weldra bevorderd zag tot luitenant-kolonel bij het legioen van Daendels. Met het leger van Pichegru nam hij deel aan de verovering van Brabant en Utrecht door de Fransen (1795) en kwam daarna in dienst van de Bataafse Republiek. Hij heeft bij de Engels-Russische inval in Noordholland in 1799 gestreden en met Napoleon o.a. tegen Oostenrijk in 1805. Onder Lodewijk Napoleon streed hij als generaal-majoor, commandant van de aan het Franse leger toegevoegde Nederlandse afdeling in Spanje, waar hij zich zo onderscheidde, dat Napoleon hem tot „baron de l’Empire” benoemde; hij bekleedde daar ook enkele malen de functie van civiel gouverneur van een provincie.

Gedurende de inlijving diende hij als generaal in het Franse leger: hij nam eerst deel aan de strijd in Spanje en ten slotte aan de laatste veldtochten van Napoleon in het voorjaar van 1814. Pas een halfjaar na de abdicatie van de keizer nam hij ontslag uit Franse dienst, nadat hij zich verzekerd had in Nederlandse dienst te kunnen overgaan. Dit geschiedde in 1815 en zo onderscheidde Chassé zich in de slag bij Waterloo als luitenant-generaal van het Nederlandse leger. Na de vrede kreeg Chassé het bevel over een divisie, terwijl hem in 1819 het generaal militair commando te Antwerpen werd opgedragen.

Hier maakte hij in 1830 de Belgische omwenteling mee; hij bombardeerde toen van de citadel uit de stad. Van 29 Nov. -23 Dec. 1832 verdedigde hij deze sterkte tegen een Frans leger. Na de overgave der citadel, die nu in een puinhoop herschapen was, werd hij met zijn soldaten als krijgsgevangene naar St Omer gebracht. Hij keerde 12 Mei 1833 naar Nederland terug, waar hij tot commandant van Breda en tot lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal werd benoemd.

Nadat hij in 1841 gepensionneerd was, legde hij in 1848 laatstgemelde functie neer. Later is critiek uitgeoefend op zijn beleid als bevelhebber van Antwerpen (18301832).Staat zijn moed boven twijfel, op zijn militaire beleid is waarschijnlijk wel iets aan te merken. Men dient evenwel te bedenken, dat Chassé niet alleen rekening had te houden met militaire, maar ook met politieke overwegingen.

PROF. DR A. J. C.

RÜTER

Bibl.: Historisch verhaal van het beleg der citadel van Antwerpen in de maand Dec. 1832 in Milit. Speet. 1863.

Lit.: J. Anspach en W. Wijnaendts van Resandt, De generaal Chassé en zijn geslacht, resp. in Alg. Ned.

Familieblad 1900 en 1903; W. J. del Campo, gen. Camp, Het leven en de krijgsbedrijven van D. H.

Chassé (’s-Hertogenbosch 1849).

< >