was oudtijds de titel, onder welke de jongere zoons van adellijken of patricischen huize of wel zoons van hoge officieren op dikwijls zeer jeugdige leeftijd bij een der regimenten van hun leger in dienst traden met de bedoeling om t.z.t. de officiersrang daarbij te bereiken. Sinds de opleiding tot die rang op andere wijze is geregeld, is de naam overgegaan op de leerlingen der daartoe bestemde inrichtingen; in het Nederlandse leger die van de Kon.
Militaire Academie en, gedurende een aantal jaren, ook die van de Cadettenschool. In het buitenland worden ook de toekomstige marineofficieren, in Nederland adelborst geheten, als cadet of zeecadet aangeduid.In Nederland is in 1948 een stichting gegrondvest, welke zich ten doel stelt jongelieden, die bestemd zijn voor de oorlogs- en handelsmarine een militaire vooropleiding te geven. Bedoelde jongelieden worden zeecadet genoemd.
Cadettenschool is een inrichting, die als voorbereiding dient voor de wetenschappelijke opleiding tot officier op de daartoe bestemde academie, krijgsschool of welke naam die hogere instelling moge dragen. In het Nederlandse leger was de Cadettenschool te Alkmaar gevestigd van 1893 tot 1924, in welk jaar zij werd opgeheven; in 1922 werden de laatste nieuwe leerlingen toegelaten. Het wetenschappelijk onderwijs kwam overeen met dat in de 4de en 5de klasse der H.B.S., het verblijf duurde 2 jaar, waarna de cadetten naar de Kon. Militaire Academie overgingen, tegelijk met jongelieden, die de H.B.S. hadden afgelopen; in verband daarmee had eerst dan de plaatsing voor de verschillende wapens plaats.
Thans bestaat in Nederland geen Cadettenschool meer. De leerlingen van de Koninklijke Militaire Academie (cadetten) worden deels uit de burgermaatschappij betrokken (voor de opleiding voor de technische wapens), deels uit de leerlingen van de scholen voor reserve-officieren der niet specifiek technische wapens.
In BELGIË was de Cadettenschool tot 1914 een uitsluitend Franstalige instelling, te Namen, die alleen officierszonen opnam en hen tot de Militaire School voorbereidde. Sedert 1919 is ze toegankelijk geworden voor oorlogswezen en zonen van oudstrijders, onderofficieren en ambtenaren. Ze omvatte de hoogste drie klassen der Latijns-wiskundige en der wetenschappelijke humaniora. De pupillen die in het lager middelbaar onderwijs van de Pupillenscholen geslaagd waren, werden in de Cadettenscholen opgenomen.
In 1928 werd een Vlaamse afdeling opgericht (te Aalst). Sinds 1945 zijn de twee afdelingen der Cadettenschool samengebracht, eerst te Seilles bij Namen, en nu te Brussel.
