(de Phrygiër), volgens Homerus priester van Hephaistos in Troje (II. V, 9), zgn. schrijver van een geschrift over de ondergang van Troje, dat oorspronkelijk in het Grieks geschreven, in een Latijnse bewerking onder de titel De excidio Troiae historia bewaard is.
De schrijver laat het voorkomen, of hij de Trojaanse oorlog zelf heeft meegemaakt en dus over de toenmalige gebeurtenissen en de daaraan voorafgegane verwikkelingen beter zelfs dan Homerus kan oordelen. Het romanachtige en fantastische verhaal wordt thans eerst in de 6de eeuw n. Chr. geplaatst, het bestaan van een Grieks origineel zelfs, ten onrechte, in twijfel getrokken. In de middeleeuwen hechtte men aan de inhoud onbeperkt geloof, er ontstonden dichterlijke bewerkingen, bijv. Roman de Troie van Benoît de Sainte-More, die een grondslag voor Middelhoogduitse, Middelnederlandse (Maerlant) en andere bewerkingen werd.Bibl.: talrijke uitgaven, laatste van F. Meister (Leipzig 1872) Cz Dictys).
Lit.: I. Johnson, Index criticus verborum Daretis Phrygii, diss. Vanderbilt Univ. Nashville (Tennessee 1938).