Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Index

betekenis & definitie

(1, wiskunde) kan betekenen:

1. een getal of teken, dat aan een wiskundig symbool wordt gehecht (meestal rechts onderaan) om het van andere te onderscheiden; zo schrijft men een rij getallen vaak op de volgende wijze: at, a2, a3, . . ., On, .... De indices zijn hier dus natuurlijke getallen.
2. In de groepentheorie is de index van een (eindige) ondergroep het getal, dat aangeeft, hoe dikwijls de orde van de ondergroep in die van de (eindige) groep is begrepen. Zo is de index van de alternerende groep ten opzichte van de symmetrische groep van n elementen gelijk aan 2.
3. In de mechanica is de index van een veranderlijke vectorgrootheid het (veranderlijke) uiteinde van de corresponderende vector, gerekend van een willekeurig tot oorsprong gekozen vast punt als beginpunt (z hodograaf).

(2, kristallografie) is een verhouding van drie of vier grootheden, waardoor de ligging van een kristalvlak ten opzichte van een coördinatenstelsel wordt vastgelegd. De tegenwoordig algemeen gebruikelijke indices van Miller geven die ligging aan door de verhouding der reciproke waarden van de eenheden, die op de verschillende assen door het kristalvlak worden afgesneden. Worden de drie assen bijv. door een vlak op de afstanden 6, 3 en 2 gesneden, dan is de verhouding der indices volgens Miller ⅙, ⅓, ½ of in hele getallen uitgedrukt 1 : 2 : 3. (123) tussen ronde haakjes betekent de index van een enkel kristalvlak; {123} tussen accolades omvat alle kristalvlakken, die, in verband met de symmetrie-eigenschappen van de kristalklasse, de assen in de verhouding van 6:3:2 snijden, waarbij om beurten de drie verschillende waarden voor elk der assen, zowel aan de positieve als aan de negatieve zijde van het coördinatenstelsel, optreden. { 123 } omvat bijv. in de holoëdrie van het regulaire stelsel 48 vlakken. In het eerste octant liggen (123), (132), (213),_(231), (312) en (321), in het tweede octant liggen (123), (132), (213), (231), (312 en (321), waarbij een getal, met een minteken er boven, gelezen wordt als min dat getal; 3 = -3. Het gebruik der indices van Miller heeft in de kristallografie algemeen ingang gevonden, omdat kristallografische berekeningen er zeer door worden vereenvoudigd. De reciproke waarden der snijstukken (parameters) op de assen komen hierop neer, dat niet die stukken gedeeld worden door de lengte-eenheid, maar de eenheid door die stukken. Het getal o in een index betekent, dat een der assen niet gesneden wordt.

(3), (Index librorum prohibitorum) is de lijst der boeken, die uitdrukkelijk door de H.Stoel verboden werden. Toen de boekdrukkunst nog niet uitgevonden was, kon men de gevaarlijke boeken doen verdwijnen door ze te verbranden, naar het voorbeeld der eerste Christenen (Hand. 19 : 19); maar na de uitvinding van de boekdrukkunst had die methode niet veel kans van slagen meer. Nu ontstond te Rome een catalogus van verboden drukwerken, de zgn. Index. De eerste uitgave (1559) was van paus Paulus IV; spoedig daarop volgde die van Pius IV als een vrucht van bepaalde beslissingen van het Concilie van Trente (18de en 25ste zitting). Pius V richtte zelfs een Congregatie van de Index op, die heeft voortbestaan tot in 1917, toen Benedictus XV haar taak weer overdroeg aan de Congregatie van het H.

Officie.
De „Index” heeft reeds meer dan 40 uitgaven beleefd en verschijnt sinds 1929 ook in moderne talen; laatste officiële uitgave is die van 1940. Er staan tegenwoordig ruim 6500 titels van boeken op vermeld. Van sommige schrijvers zijn al de romans veroordeeld, van anderen eenvoudig al de werken; maar zelfs in dat laatste geval zonderen de moralbten wel een of ander boek van de veroordeling uit; zo bijv. voor Zola Le Rêve, omdat hier iets laakbaars niet aanwezig wordt geacht. Een Katholiek, die om wetenschappelijke redenen een boek, dat op de „Index” staat, wenst te lezen, kan daartoe zonder veel moeite toestemming krijgen, voor zover het geen pornografie betreft. Doch behalve de boeken van de „Index” mag hij ook nog een zeer groot aantal andere werken niet lezen, id. de publicaties, die van rechtswege (dus zonder dat zij op de Index behoeven te zijn geplaatst) verboden zijn, wegens daaraan verbonden gevaren voor geloof en zeden; het Kerkelijk Wetboek (can. 1399) deelt deze van rechtswege verboden publicaties in 12 klassen in; daartoe behoren o.m. de werken, die het geloof aanvallen, de goede zeden aantasten, zonder kerkelijk „Imprimatur” handelen over nieuwe visioenen, voorspellingen en wonderen; bijgelovige praktijken aanprijzen, tweegevecht, zelfmoord, echtscheiding, vrijmetselarij verdedigen, het kerkelijk gezag stelselmatig afbreken, valse aflaten verbreiden; eveneens vallen er onder heiligenprenten die volkomen ingaan tegen de opvattingen van de Kerk of in strijd zijn met kerkelijke voorschriften of beslissingen. Ook in deze talrijke gevallen is dispensatie mogelijk.

Bibl.: Codex Iuris Canonici, cc. 1395-1405

Lit.: H. Reusch, Der Index der verbotenen Bücher (Bonn 1883-’85); J. Hilgers, Der Index der verbotenen Bücher (Freiburg 1904); B. Th. Stroverinck, De Index en de boekencensuur in de R.K. kerk (Nijmegen 1920); A. Boudinhon, La nouvelle législation de 11. (2e éd.

Paris 1926); A. Sleumer, Index romanus (8ste dr., 1928); G. v. Gestel, Lectuur en censuur (1948).

< >