Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Cyriel VERSCHAEVE

betekenis & definitie

Vlaams schrijver (Ardooie 30 Apr. 1874 - Solbad Hall, bij Innsbruck, 8 Nov. 1949), werd in i8g7 tot priester gewijd en was van 1896-1911 leraar aan het college te Tielt. Hij werd onderpastoor te Alveringem en ging in 1939 met rust.

Hij was een van de sterke geestelijke krachten van zijn tijd en een ware fascinatie is van hem uitgegaan, vooral op katholieke intellectuelen. In zijn uitgebreid en ongelijk werk toont hij zich een hartstochtelijke Augustinusnatuur, die zowel de beperkte vadergrond als de eeuwigheid wil omvatten in een droom, waarvan God aanvang en einde is: in God moet de mens, steeds wordend, steeds heroïsch worstelend met eindigheid en oneindigheid, eenmaal zijn voltooiing vinden. Van de spanningen, die uit dat inzicht voortkomen, is zijn werk één doorlopende paraphrase. Hij behoort als kunstenaar tot het baroktype, is niet van rhetoriek vrij te pleiten en worstelt vaak te vergeefs met vorm en taal, maar zijn ietwat chaotische „muziek der sferen” past bij zijn dynamisme en zijn fundamentele onrust. Als dichter schrijft hij symbolische gedachtenlyriek. In zijn toneelstukken Judas en Maria Magdalena komen de diepste zielspeilingen voor, waar het Vlaamse toneel op kan wijzen.

Zijn essays over grote schrijvers, schilders, componisten, denkers en mystici zijn in de eerste plaats pathetische belijdenissen van zelfinkeer. Hij schreef ook een monumentaal leven van Jezus,DR R. F. LISSENS

Bibl.: Poëzie: Zeesymphonieën (Brugge 1911); Nocturnen (ibid. 1936). Toneel: Jacob van Artevelde (ibid. 1911); Ferdinand Verbiest (ibid. 1912); Philips van Artevelde (ibid. 1913); Judas (Leiden 1917); Maria-Magdalena (Brugge 1928); Elijah (Brugge 1936). Proza: Passieverhaal (ibid. 1913); Jezus (ibid. 1940). Essay: Uren bewondering voor grote kunstwerken, 6 dln (Brussel Brugge 1920-1922); Dietsche dichters (Brugge 1937); Rubens, Vlaanderen’s spectrum (ibid. 1938); Eeuwige gestalten (ibid. 1944); Vlaenderen, dagh en nacht denc ic aen u (ibid. 1944); In ‘t verre land vreeselijk alleen.... (Antwerpen 1950). Volledige Werken, 10 dln (Brugge 1934-1939) .

Lit.: L. Dosfel, G. V. (Antwerpen 1919); B. Lamot, Op V.’s Zeesymphonieën (Lier 1926); H. de Blieck, V.’s Judas (Brugge z. j.); M. van de Walle, Een dialoog over V.’s Maria-Magdalena (ibid. 1930); K. Elebaers, G. V. (Brussel 1935); D.

Vansina, G. V. (Brugge 1935); R. V. van den Bussche, G. V., zijn levenshouding en zijn kunstenaarschap (ibid. 1942); M. Verheecke, Jacob v. Artevelde, het dramatisch meesterwerk van C. V. (ibid. 1943); K. de Jager, Brieven over V. (Antwerpen 1951).

< >