Normale herinnering bevat in zich de elementen der retentie, reproductie, benevens de herkenning als zodanig. Van cryptomnesie spreekt men, als dit laatste ontbreekt.
Er wordt dus dan een vroeger ontvangen indruk gereproduceerd, maar niet als zodanig herkend.Cryptomnesie komt voor in normale toestand, wanneer de oorspronkelijke waarneming vergeten is, resp. naar het onderbewustzijn verdrongen. De persoon bij wie zich dit verschijnsel voordoet, meent dan dat het een spontaan gevormde voorstelling is. Dit kan aanleiding geven tot onbedoeld plagiaat, wanneer bijv. een schrijver de quintessens van een door hem gelezen verhaal als eigen schepping produceert. Dit heeft zelfs wel aanleiding gegeven tot literaire rechtsgedingen.
Veelvuldiger is cryptomnesie, bij abnormaal bewustzijn, in het algemeen in geïnverteerde toestanden: droom, hypnose, trance of zelfs bewusteloosheid. Het gaat dan meestal gepaard met hypermnesie: het vroeger, soms zeer lang geleden opgenomene wordt dan geproduceerd met een volledigheid, waartoe de persoon in normale toestand niet in staat zou zijn. Algemeen bekend is het geval van het dienstmeisje, dat, bewusteloos na een val, hele stukken in het Hebreeuws (of in het Grieks) opzei, die zij een geleerde, bij wie zij in dienst was, had horen reciteren.
In de parapsychologie kan de cryptomnesie de verklaring geven van een deel van de uitingen van een trancemedium. Deze produceert dan geheel te goeder trouw, vergeten indrukken, vaak uit de vroegste jeugd afkomstig, en verwerkt deze veelal in spiritistische zin, als mededelingen uit het geestenrijk. Een zeer interessant en door de Geneefse psychiater Flournoy uitvoerig beschreven geval (Des Indes à la planète Mars) is dat van Hélène Smith, die in trancetoestand cryptomnesisch Sanskrietwoorden sprak en schreef en een als kind gelezen verhaal verwerkte tot een Voor-Indisch reïncarnatiedrama.