Bij het mannelijke embryo worden de testes (zaadballen) betrekkelijk hoog in de buikholte aangelegd. Bij de verdere ontwikkeling zakken zij naar omlaag en komen ten slotte buiten de buikholte in het scrotum te liggen.
Dit proces, de descensus testiculorum genaamd, kan gestoord zijn, zodat een of beide zaadballen in de lies of in de buikholte blijven steken. Men spreekt dan van een retentio testis, waarbij onderscheid moet worden gemaakt tussen de retentio testis inguinalis (zaadbal in het lieskanaal) en de retentio testis abdominalis (zaadbal, achtergebleven in de buikholte). De term cryptorchisme nu wordt soms als synoniem gebruikt voor de abdominale vorm, soms voor de retentio testis in het algemeen.Bij dieren, met name bij paarden (klophengsten) en bij varkens (binnenberen) is eveneens cryptorchisme waargenomen.
c. VAN EMDE BOAS.