(van Lat. quinta essentia) betekent letterlijk vijfde stof. Aristoteles voegde in navolging van enkele voorgangers aan de vier elementen van Empedocles (aarde, water, vuur en lucht) als vijfde de aether (bovenlucht) als fijnste en zuiverste element toe.
Volgens Raimundus Lullus was het dc „vijfde essence”, die aan de vier essences van de alchemisten werd toegevoegd. Thans heeft het woord nog slechts de betekenis van1. geconcentreerd extract van een stof en
2. de kern of het wezenlijke van een gedachte, een leer of een onderwerp.