L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie van de Schermbloemigen (Umbelliferen). Het onderscheidt zich door een 5-tandige kelkzoom met ongelijke tanden, omgekeerd-eironde, uitgerande en omgeslagen bloembladeren, waarvan de periphere groter en dieper ingesneden zijn, en bolle, gladde, moeilijk in de 2 deelvruchtjes ui teen vallende vruchten met zeer zwak ontwikkelde ribben, het zwakst nog de bochtig verlopende hoofdribben.
De binnenzijde van de deelvruchtjes staat hol en het is slechts hier, dat een 2- tal oliestriemen verlopen. De bekendste soort van dit geslacht is C. sativum L., de Koriander, een éénjarige plant van de Middellandse Zee en het nabije Oosten, met een gestreepte stengel, enkelgevinde onderste en drievoudig gevinde bovenste bladeren met smalle slippen, en witte bloemen in 3- tot 5-stralige schermen zonder omwindsel, maar met een paar omwindseltjes-blaadjes aan de buitenzijde van de schermpjes, veel om de vruchtjes (Fructus Coriandri) gekweekt. De plant heeft een onaangename, bedwelmende reuk, die aan wantsen herinnert, maar de vruchtjes, korianderzaad genaamd, hebben een specerijachtige geur en een zoete smaak. Zij zijn licht-blauw, geel of wit, zo groot als peperkorrels, en men gebruikt ze, om geur te geven aan gebak.
Zij bevatten een aetherische olie, die enigszins met terpentijnolie overeenkomt en ook bij het stoken van likeuren gebruikt wordt.
