zijn de botstukken die met het borstbeen de borstkas vormen. De mens heeft 12 paar ribben die beweeglijk verbonden zijn met de wervelkolom.
De eerste 7 paar zijn door middel van kraakbeen direct aan het borstbeen verbonden; het 8ste t/m 10de paar heeft kraakbeen dat met de zevende rib is verbonden; de 11de en 12de ribben zijn de zgn. zwevende ribben, die slechts aan de wervelkolom zijn vastgehecht en niet aan het borstbeen. Deze zijn kort en reiken slechts tot de zijlijn. Een enkele maal komt als aangeboren afwijking de halsrib voor. Dit is een botstuk, dat uitgaat van de laatste halswervel en soms ernstige stoornissen in de beweeglijkheid en gevoeligheid van de arm kan geven zodat een operatieve behandeling noodzakelijk is. De beweeglijkheid van de ribben is noodzakelijk voor een goede ademhaling.