naam van verschillende pausen.
Clemens I
(92-101 ?), gewoonlijk Clemens Romanus, de derde opvolger van de H. Petrus, bestuurde de Kerk van Rome van het 12de regeringsjaar van keizer Domitianus (81-96) tot het 3de regeringsjaar van keizer Trajanus (98-117). Waarschijnlijk een bekeerling uit het Jodendom, volgens sommigen medehelper van de H. Paulus (Phil.
IV, 3), schrijver van de Brief aan de Corinthiërs. Zijn naam is opgenomen in de Canon van de H. Mis: de Kerk viert zijn feest op 23 Nov. De identificatie met de consul Titus Flavius Clemens en het verhaal over zijn marteldood en zijn graf op de Chersonesus (de Krim) steunen op de Pseudo-Clementinen en het Martyrium Clementis en zijn niet aanvaardbaar.
De Brief aan de Corinthiërs is een bewijs voor het Primaat van Rome; niet alleen is Clemens zich hiervan bewust, maar door de kerk van Corinthe wordt het ook erkend. De nieuwste uitgave van deze Brief in Nederlandse vertaling bezorgde dr D. Franses, O.F.M., De Apostolische Vaders (1941), 5!-95-
Clemens II
(i046-’47), Suitger, bisschop van Bamberg, werd op aanbeveling van Adalbert, aartsbisschop van Bremen, en Odilo, abt van Cluny, met instemming van clerus en volk, 24 Dec. 1046 door Hendrik III tot paus verheven; hij stierf 9 Oct. 1047. Hij was ijveraar voor de hervorming, vooral door bestrijding der simonie. Uit zijn hand ontvingen Hendrik en zijn gemalin Agnes van Poitou de keizerskroon. Na zijn dood liet Leo IX zijn lichaam naar Bamberg overbrengen, waar het in de dom begraven is.
Clemens (III)
tegenpaus (1080-1100), Wibert, sedert 1072 aartsbisschop van Ravenna, werd 25 Juni 1080 door Hendrik IV tot tegenpaus van Gregorius VII aangesteld en in 1084 te Rome geïntroniseerd; gest. 8 Sept. 1100. Hendrik ontving 21 Mrt 1084 uit zijn hand de keizerskroon. Behalve in de keizerlijke landen, Duitsland en Italië, vond hij ook aanhang in Engeland, Hongarije en Servië.
Clemens III
(1087-’91), Paolo Scolari uit Rome, in 1179 kardinaal, in 1181 bisschop van Praeneste, werd 19 Dec. 1187 tot paus gekozen; gest. 20 Mrt 1191. Hij is de eerste, die sedert de instelling van de Senaat (1144) weer blijvend in Rome kon resideren; zijn souvereiniteit werd door de Romeinen weer erkend; zijn gehele politiek staat in het teken van de Kruistocht.
Clemens IV
(1265-’68), Guy Foulquois, uit Saint Gilles, in 1257 bisschop van le Puy, in 1259 aartsbisschop van Narbonne, in 1261 kardinaalbisschop van Sabina, werd 5 Febr. 1265 tot paus gekozen; gest. Viterbo 29 Nov. 1268. Begunstiger van de Franse koningen tegen de Hohenstaufen, beleende hij Karel van Anjou met Sicilië en Napels, sprak de ban uit over Konradijn, maar kon zijn terechtstelling (29 Oct. 1268) door Karel van Anjou niet verhinderen. Door de Constitutie Licet ecclesiarum (27 Aug. 1265) reserveerde hij aan de Apostolische Stoel alle beneficies, die door sterfgeval aan de Curie vacant werden.
Clemens V
(1305-T4), Bertrand de Got, geb. 1264, in 1295 bisschop van Comminges, in 1299 aartsbisschop van Bordeaux, werd 5 Juni 1305 tot paus gekozen; gest. Roquemare 20 Apr. 1314. Niet vrij van nepotisme, ziekelijk van constitutie, zwak van karakter, stond hij sterk onder invloed van Philips de Schone en voerde een Fransgezinde politiek. Hij vestigde in 1309 zijn residentie te Avignon, waarmee de Babylonische Gevangenschap begint; benoemde een meerderheid van Franse kardinalen; verzachtte door het decretale Meruit voor Frankrijk de bulle Unam Sanctam; hief de bulle Clericis laicos op; herstelde de beide kardinalen Colonna, die door Bonifacius VIII waren afgezet, in hun waardigheid; sprak Philips en zijn raadslieden vrij van alle schuld betreffende de aanslag van Anagni en offerde door de bulle Vox in excelso (1312) de Orde der Tempeliers op aan de hebzucht van de Franse koning.
Het proces tegen Bonifacius VIII, dat hij, gedwongen door Philips, had ingeleid, hield hij echter slepende, zodat men ten slotte van een veroordeling afzag, integendeel werd, op het Concilie van Vienne (1311), Bonifacius verdedigd en gerehabiliteerd.
Door bevordering van de studie der Oosterse talen heeft Clemens grote verdiensten voor de Aziatische missies. Ook verrijkte hij het kerkelijk recht met een nieuwe verzameling canones, welke naar hem Constitutiones Clementinae worden genoemd.
Clemens VI
(1342-’52), Pierre Roger, Benedictijn, geb. Maumont 1291, in 1326 abt van Fécamp, in 1328 bisschop van Atrecht, in 1329 aartsbisschop van Sens, in 1330 van Rouaan, in 1338 kardinaal, werd 7 Mei 1342 tot paus gekozen; gest. Avignon 6 Dec. 1352. Hij leefde als een grand seigneur, voerde een weelderige hofhouding en maakte zich schuldig aan nepotisme.
Hij is de vierde paus van Avignon, dat hij in 1348 kocht van Johanna van Napels; koos partij voor Karel van Moravië tegen Lodewijk de Beier (1346); maakte zich verdienstelijk tijdens de Zwarte Dood (i348-’49); trad krachtig op tegen de Flagellantenbeweging en de Jodenvervolgingen en stelde het jubeljaar vast om de 50 jaar.
Clemens VII,
schismatieke paus (1378-’94), Robert van Genève, geb. Genève 1342, in 1359 protonotarius apostolicus, in 1361 bisschop van Thérouanne, in 1368 bisschop van Kamerijk, in 1371 kardinaal, in 1376 pauselijk legaat in Boven-Italië, werd 20 Sept. 1378 door ontevreden kardinalen te Fondi tot paus gekozen; gest. Avignon 16 Sept. 1394. Hij was eerzuchtig en wereldsgezind en vestigde zich opnieuw te Avignon, waarmee het Westers schisma wordt ingeleid.
Clemens VIII
schismatieke paus (1424-’29), Egidio Munoz, canonicus van Barcelona, werd 17 Juni 1424 door drie kardinalen tot paus gekozen. Hij is de derde in de rij der schismatieke pausen van Avignon en deed afstand 26 Juli 1429, gest. 26 Dec. 1446.
Clemens VII
(1523-’34), Giulio de Medici, geb. 26 Mei 1478, door zijn neef Leo X in 1513 tot aartsbisschop van Florence en kardinaal benoemd, werd 18 Nov. 1523 tot paus gekozen; gest. Rome 25 Sept. 1534. Man van goede wil, sober en streng van leven, vriend van kunst en wetenschap, was hij meer diplomaat dan paus. Hij koos de partij van de Franse koning tegen Karel V, met het gevolg dat Rome door Duitse huurtroepen werd geplunderd: Sacco di Roma (1527).
Na herstel van de vrede ontving Karel uit zijn hand te Bologna de keizerskroon (1529). Hij weigerde zijn goedkeuring te geven aan de echtscheiding van Hendrik VIII, waardoor de afval van Engeland werd ingeleid. Het Protestantisme breidde zich onder zijn regering snel uit.
Clemens VIII
(1592-1605), Ippolito Aldobrandini, geb. 24 Febr. 1536, in 1585 kardinaal, in 1588 pauselijk gezant in Polen, werd 30 Jan. 1592 tot paus gekozen; gest. Rome 5 Mrt 1605. Man van vroom leven en wijs beleid, bezorgde hij een nieuwe uitgave van de Sixtijnse Vulgaat: de Sixto-Clementina (1592); ontsloeg Hendrik IV van Frankrijk van de ban (1595); vergrootte de pauselijke staat door inlijving van het hertogdom Ferrara (1597); bracht de vrede tussen Spanje en Frankrijk tot stand (Vervins 1598) en stelde de Congregatio de Auxiliis Gratiae in om te beslissen in de genadestrijd tussen Thomisten en Molinisten, welke echter niet tot resultaat leidde. Bellarminus en Caesar Baronius werden door hem in het kardinaalscollege opgenomen.
Clemens IX
(1667-’69), Giulio Rospigliosi, geb. Pistoia 28 Jan. 1600, van 1644 pauselijk gezant in Spanje, vervolgens staatssecretaris en sedert 1657 kardinaal, werd 20 Juni 1667 tot paus gekozen; gest. Rome 9 Dec. 1669. Hij was vroom en bezadigd; bewerkte de Clementijnse vrede, welke een korte rustperiode bracht in de felle Jansenistenstrijd; trad bemiddelend op bij de vrede van Aken tussen Frankrijk en Spanje (1668) en trachtte de vorsten te bewegen hun steun te verlenen aan Venetië om het dreigend Turkengevaar te keren.
Clemens X
(1670-’76), Emilio Altieri, geb. Rome 15 Juli 1590, in 1627 bisschop van Camerino, in 1669 kardinaal, werd 29 Apr. 1670 tot paus gekozen; gest. Rome 22 Juli 1676. De 80-jarige paus liet het bestuur over aan zijn aangenomen neef, kardinaal Paluzzo PaluzziAltieri, die echter zijn mildheid misbruikte om zichzelf buitensporig te verrijken; hij steunde de Poolse koning, Jan Sobieski, in zijn zware strijd tegen de Turken.
Clemens XI
(1700-’21), Francesco Albani, geb. Urbino 22 Juli 1649, in 1690 kardinaal, werd 23 Nov. 1700 tot paus gekozen; gest. Rome 19 Mrt 1721. Hij zette Petrus Codde, de Apostolisch vicaris van Utrecht, af als verdacht van Jansenisme (1704) en vaardigde de bullen Vineam Domini (1705) en Unigenitus (1713) uit, welke beide gericht zijn tegen het Jansenisme.
Onder zijn pontificaat valt de Spaanse Successieoorlog.
Clemens XII
(1730-’40), Lorenzo Corsini, (Florence 7 Apr. 1652 Rome 8 Febr. 1740), in 1690 titulair aartsbisschop van Nicomedië, in 1706 kardinaal, werd 12 Juli 1730 tot paus gekozen. Hij bevorderde kunst en wetenschap (Lateraanfagade); stond vrijwel machteloos tegenover het steeds groeiend absolutisme en verbood in de Constitutie In eminenti (1738) het lidmaatschap van de Vrijmetselarij op straffe van excommunicatie.
Clemens XIII
(1758-’69), Carlo Rezzonico, (Venetië 7 Mrt 1693 Rome 2 Febr. 1769), in 1737 kardinaal, in 1743 bisschop van Padua, werd 6 Juli 1758 tot paus gekozen. Vroom en geleerd, verdedigde hij krachtig de belangen van de Jezuïeten tegen de aanvallen der absolutistische regering en veroordeelde het werk van Nicolaas van Hontheim (1763).
Clemens XIV
(1769-’74), Lorenzo Ganganelli (Sant Arcargelo bij Rimini 31 Oct. 1705 Rome 22 Sept. 1774), in 1746 Consultor van het H. Officie, in 1759 kardinaal, werd 18 Mei 1769 tot paus gekozen. Een waardig man, goedhartig, geleerd en kunstzinnig (Museo Pio-Clementino), trachtte hij door verregaande concessies de goede verstandhouding met de vorsten te herstellen; hij schorste de voorlezing van de bulle In Caena Domini en gedwongen door de vorsten hief hij door de breve Dominus ac Redemptor noster (21 Juli 1773) de Orde der Jezuïeten op. Dat hij door de Jezuïeten vergiftigd is, is een lasterpraatje; ook is het niet waar, dat hij na ondertekening van bovengenoemde breve krankzinnig is geworden.
EADM. WINKELS O.CARM.
Lit.: L. v. Pastor, Gesch. der Päpste; Seppelt-Löffler, De Geschiedenis der Pausen, Ned. vertaling door P. J. A.
Juffermans (1939).