het eerste doorlopende historische werk dat in Polen werd geschreven. De schrijver, gewoonlijk Anonymus Gallus genoemd, blijft een zeer raadselachtige persoonlijkheid.
Zijn Franse oorsprong, door Kromer (16de eeuw) verondersteld en door de overlevering aanvaard, werd in de jongste tijd ten zeerste betwist. De jongste onderzoekingen (David), steunend op de aandachtige studie van zijn Latiniteit en zijn stijl, pleiten weer voor de oude hypothese van Kromer: hij zou afkomstig zijn uit Frankrijk, bepaaldelijk uit Poitou; andere onderzoekingen, nl. over de clausules, wijzen op verwantschap met de Waalse Maasschool. Het staat zelfs niet meer vast dat hij een Benedictijner monnik zou geweest zijn, laat staan hofkapelaan. Vast staat alleen dat hij een vreemd clericus was, dat hij vrij lange tijd in Hongarije verbleef en dat hij zijn kroniek in 1114 of tijdens de onmiddellijk daarop volgende jaren vervaardigde.Deze kroniek, die handelt over de geschiedenis van Polen sinds er het Evangelie gepredikt werd, is op zeer ongelijke wijze verdeeld over drie boeken. Het eerste gaat tot 1086; het laatste verhaalt tot in de bijzonderheden de gebeurtenissen tussen 1109 en 1113. Wat de oudste tijden betreft, geeft zij slechts de voor het merendeel waarschijnlijk mondelinge overleveringen weer, die aan het hof werden bewaard. Een rechtstreekse bron wordt zij van de tweede helft van de 11de eeuw af en van allergrootste waarde is zij voor de regering van Boleslaw III, Scheefmond.
De schrijver is een voor zijn tijd in alle opzichten merkwaardige persoonlijkheid. Ofschoon hij, naar het schijnt, zijn werk schreef met het doel een rijke beloning van de koning te krijgen, geeft hij soms blijk van een opvallende onafhankelijkheid van oordeel, zowel wat betreft de clerus (bijv. over St Stanislas) als de koning zelf. Alhoewel niet eersterangs in literair opzicht, vertoont het werk een vrij ruime cultuur en een onbetwistbare ambitie: blijkbaar bestemd om luidop te worden voorgedragen, is de tekst in een gerhythmeerd en berijmd proza geschreven, dat artistieke effecten beoogt en Sallustius poogt na te volgen. Naar het voorbeeld van de oude geschiedschrijvers last hij fictieve brieven en redevoeringen in, die nochtans de geest van de authentieke kanselarijstukken blijken te eerbiedigen.
PROF. DR C. BACKVIS
Bibl.: Ed. princeps door Lengnich, Vincentius Kadlubko et Martinus (sic) Gallus scriptores historiae polonicae vetustissimi (Dantzig 1749); in Moo. Germ. Hist.,dl XI (1851), door Szlachtowski en Köpke; in Patrologia latina van Migne, dl GLX (tekst van de voorg. uitg.); in Fontes rerum polonicarum, door Finkel en St. Ktrzynski dl I (Lwow 1899) (deze betekent geen vooruitgang).
Poolse vert, met uitvoer. inl. door R. Grodeck i (Kraków 1923).
Lit. o.m.: P. David, Les sources de l’histoire de Pologne à l’époque des Piasts (Paris 1934).