Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHRONAXIE

betekenis & definitie

(van Grieks chronos, tijd; axia, waarde) is een tijdmaat voor de prikkelbaarheid van spieren en zenuwen. Men zou ook kunnen spreken van tijddrempel.

De geneeskunde maakt gebruik van de chronaxie om zenuwziekten en spieraandoeningen vast te stellen en te controleren. De definitie luidt: chronaxie is de tijd, die nodig is om een spier of zenuw te laten samentrekken door het ontladen van een condensator met een spanning, die gelijk is aan tweemaal de rheobase.

Het eerste, wat de medicus dus heeft te doen, is het bepalen van de rheobase („stroomsterktedrempel”). Hij zoekt de geringste prikkel, die in staat is de zieke spier of zenuw te laten samentrekken, met gelijkstroom. De sterkte van deze stroom wordt in milli-ampères aangegeven door een ampèremeter.

Zodra de rheobase is vastgesteld, wordt een condensator geladen met een sterkte, die gelijk is aan tweemaal de rheobase. Aan beide uiteinden van de spier of van de zenuw plaatst men een pool van de condensator, zodat de stroom bij de ontlading een uitweg zoekt via de zieke spier of via de zenuw. Men legt condensatoren aan van verschillende spanning tot diegene gevonden is, welke de kleinste samentrekking veroorzaakt.

De gevonden condensator heeft enige tijd nodig om zich te ontladen via spier of zenuw. Die tijd is de chronaxie. Men vindt hem door de capaciteit van de condensator te vermenigvuldigen met de coëfficiënt van het chronaxie-apparaat.

De rheobase wordt gemeten in de klassieke electrodiagnostiek (stellen van de diagnose met behulp van electriciteit); hierbij valt de nadruk op de stroomsterkte. De methode van de chronaxiebepaling is jonger en legt de nadruk op de tijd van de ontlading. De chronaxie verschaft een helderder inzicht in de toestand van een zenuw of spier.

Fysiologie en kliniek maken veel gebruik van de chronaxie. Het is een uitstekend middel voor het onderzoek van periphere zenuwziekten, waarbij de chronaxie grote veranderingen kan ondergaan. Bovendien kan men door chronaxiebepalingen de ontwikkeling van de ziekte zeer goed volgen. Verloopt de ziekte nl. gunstig, dan vertoont de chronaxie een zgn. repercussieverschijnsel (terugkaatsingsverschijnsel); d.w.z.: drie, vier weken na de beschadiging van spier of zenuw geeft de chronaxie een kleine wijziging te zien, als de medicus haar beproeft op het symmetrische lichaamsdeel.

Indien het centrale zenuwstelsel ziek is, zijn er slechts geringe wijzigingen te constateren in de chronaxie. Bij arteriitis (slagaderontsteking) in de ledematen kan de chronaxie veranderen. Blijft de chronaxie echter dezelfde, dan stroomt er genoeg bloed door de slagader en wordt de spier voldoende gevoed. Is een zenuw ziek, dan wordt de chronaxie zeer lang.

DR J. MEULEMANS.

< >