(van Griekse hand), waarzeggerij uit de lijnen van de hand, handkijkerij of handwaarzeggerij, een bedrijf dat waarschijnlijk uit de Oudheid, in het bijzonder uit het door de astrologie van het Oosten sterk beïnvloede Hellenisme afkomstig is. Aristoteles en later Juvenalis maken er al melding van.
Hoewel de Christelijke kerk er zich aanvankelijk tegen verzet heeft en haar predikers de chiromantie soms krachtig bestreden hebben, staan verscheidene R.K. geleerden uit de middeleeuwen minder afwijzend tegenover deze waarzeggerij dan later het geval zou zijn, waarschijnlijk dank zij het gezag van Aristoteles, die aan de hand, „het orgaan der organen”, een grote betekenis toeschreef.Reeds in het 14de-eeuwse Hulthemse handschrift bevindt zich een prozatractaat over de handwaarzeggerij, geschreven in het mnl. (uitg. in Belg. Mus. 1846, blz. 266 e.v.). In de volkstaal berijmde ook een zekere „Pape van der Homme” een Latijns werkje tot een gedicht van 582 vss. Onder de naam Cyromanchie (uitg. d.
N. de Pouw, Mnl. Ged. en Fragmenten I, Gent, 1893, blz. 272 e.v.). In 1448 schreef de Duitser Johann Hartlieb een boek over Die Kunst Ciromantia, waarschijnlijk pas na de dood van de schrijver (Vóór 1469?) nog als blokboek gedrukt. Van dezelfde tijd dateert de Chiromantiae ac physionomiae anastasis (1504) van Bartholomaeus Codes uit Bologna, waarin de schrijver mededeelt, dat hij 23 geschriften over dit onderwerp heeft doorgewerkt.
Sindsdien zijn talloos vele boeken over de chiromantie verschenen. Cardanus en Theophrastus Paracelsus verdedigden haar met grote ijver, Pico van Mirandola en Luther bestreden haar, terwijl Melanchthon zekere waardering voor haar toonde. Na de middeleeuwen liet de chiromantie zich meer en meer gelden; in samenhang met wijsbegeerte, geneeskunde, astrologie en physiognomie werd ze zelfs aan de universiteiten onderwezen, in Duitsland tot diep in de 18de eeuw, in Wenen nog door Gerard van Swieten. Tegenwoordig is de chiromantie, met name in de grote steden, zeer verbreid.
Wellicht is ze al in de 2de of 1ste eeuw v. Chr. onder invloed van de astrologie gekomen. Grote invloed verkreeg de astronomisch-astrologische literatuur der Arabieren en Joden van de 9de en 10de eeuw op haar; zo werden de zeven delen van de hand naar de zeven planeten van de Oudheid genoemd.
Naast de als wetenschappelijk bedoelde chiromantie speelt de handwaarzeggerij een rol in de folklore. Voor zover onder het volk het geloof aan deze kunst bestaat, wendt men zich tot zigeunervrouwen of tot waarzegsters, die er zich speciaal op hebben toegelegd. Op welke wijze en sinds wanneer de zigeuners zich aan de chiromantie hebben gewijd is onbekend. Caravaggio heeft al een zigeunersvrouw geschilderd, die een jongeman uit zijn hand de toekomst voorspelt, en Cats beschrijft in zijn Spaens heydinnetje uitvoerig wat het zigeunermeisje uit de lijnen van de hand weet te lezen.
Deze folkloristische chiromantie is veel minder gecompliceerd en meer doorzichtig in haar uitlegging; zo tracht ze o.a. uit de lijnen van de hand letters te vormen, waaraan dan een bepaalde betekenis wordt toegekend (bijv. M (mors) = dood, W = weduwschap of huwelijk van een weduwnaar, enz.).
DR P. J. MEERTENS
Lit.: Joh. ab Indagine, Chiromantia, physiognomia, astrologia naturalis (Straatsburg 1522); La chiromantie ou Science curieuse (Paris 1664); A. Desbarrolles, Les mystères de la main révélés (Paris 1859); Idem, De geheimen van de hand (Amsterdam 1920); G. VV. Gessmann, Katechismus der HandschriftenDeutung (Berlin 1897); F.
Boehm, in Bachtold-Staubli, Handwörterb. d. dtsch. Aberglaubens, II (Berlin-Leipzig 1929-1930), kol. 37-53; E. Parker, Handboek der handleeskunde (Amersfoort 1936).