Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CHESTER

betekenis & definitie

hoofdplaats van het graafschap Cheshire in het W. van Engeland, doch daarvan als city (bisschopsstad) en countyborough bestuurlijk gescheiden, ligt op een rotsachtige hoogte aan de bevaarbare Dee, 12 km boven haar mond in een ondiep aestuarium. De stad is omgeven door een uit de Romeinse tijd afkomstige, doch later herbouwde, 4-12 m hoge muur met vier poorten, welke tegenwoordig een 2350 m lange wandelweg rondom de stad vormt.

De elkander rechthoekig snijdende straten zijn in de rotsen uitgehouwen en hebben gedeeltelijk aan beide zijden doorlopende galerijen of „rows”. Van het oude, door Willem de Veroveraar gebouwde slot is nog slechts een vierhoekige toren (Caesar’s Tower) aanwezig. De bevolking telt (1946) 46 620 inw. Chester heeft een alleen voor kustvaarders toegankelijke haven en is door het Ellesmerekanaal met Ellesmere Port aan de Mersey verbonden.

De stad is in de eerste plaats woonstad voor de bevolking van de industriesteden langs de Mersey. Buiten de stad ligt de beroemde renbaan Roodee, 6 km ten Z. van de stad Eaton Hall, het prachtige, van 1876-1884 door Waterhouse volledig verbouwde landgoed van de hertog van Westminster.Chester heette ten tijde der Romeinen Deva en was de standplaats van het 20ste legioen. Aan het Romeinse Castrum herinnert de tegenwoordige naam der stad. Na de verovering door de Noormannen werd Chester de hoofdstad van een graafschap, dat in 1237 door de Kroon geannexeerd werd. In de middeleeuwen was het de haven voor de handel met Ierland en het vasteland, doch ging in de 17de eeuw achteruit door de verzanding van de Dee.

Gedurende de middeleeuwen droegen de bisschoppen van Lichfield de titel van bisschoppen van Chester, doch in 1541 stichtte Hendrik VIII het tegenwoordige bisdom, waarvan de abdijkerk van St Werburgh de kathedraal werd. Ook thans nog is Chester de zetel van een Anglicaanse bisschop. Voorts was Chester lange tijd de voornaamste vesting tegen Wales; gedurende de Burgeroorlog was het het voornaamste steunpunt der Royalisten, dat zich eerst na een langdurig beleg in 1646 aan het leger van het Parlement overgaf.

PROF. DR H. J. KEUNING.

< >