Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

CENTRALE PROJECTIE

betekenis & definitie

(of vrije perspectief) is de naam van een projectiemethode; men kiest een vlak r als tafereel en een punt C, het centrum van de centrale projectie, buiten r gelegen. Onder de centrale projectie van een punt P verstaat men het snijpunt van de lijn door C en P met r.

Onder de projectie van een kromme k of van een oppervlak o verstaat men de verzameling van de projecties van alle punten van k of van o. In het algemeen zal zowel de gedaante als de grootte van de te projecteren figuur veranderen. Zo kan de projectie van een vierkant een willekeurige vierhoek, de projectie van een cirkel een ellips, een parabool of een hyperbool worden. De orthogonale projectie van C op T noemt men het hoofdpunt H, de afstand CH de distantie.De stand van een rechte lijn l in de ruimte is bepaald door twee punten D en V in r: D, het doorgangspunt van l is het punt, waar l het tafereel snijdt; V, het vluchtpunt van / is het snijpunt van een lijn l', die door C evenwijdig aan l is getrokken, met r.

De ontwikkelingsgeschiedenis vertoont enige gelijkenis met die van de methode van Monge; zij is ontstaan uit de perspectief, en deze was, onder de naam scenografie (tent, toneel), reeds in gebruik bij de Grieken, vnl. bij de inrichting van het toneel waarop de werken der grote dichters werden opgevoerd. Onder invloed van de kunstschilders uit het tijdperk van de Renaissance en later door de bemoeiingen van Desargues, Taylor, Lambert, nam de centrale projectiemethode in omvang en strengheid toe, totdat zij tot een streng wetenschappelijke methode van beschrijvende meetkunde verheven werd door W. Fiedler, hoogleraar te Zürich, die ook de naam „centrale projectie” in gebruik heeft gebracht.

DR F. LOONSTRA

Lit.: Hk. de Vries, Leerb. d. Beschrijv. Meetk., 2 dln (Groningen 1931, 32); H. J. v.

Veen, Beknopt leerb. d. Beschrijv. Meetk. (Groningen 1931); W. Fiedler, Die darstellende Geometrie in organ.

Verbindung mit der Geometrie der Lage, 2. Aufl. (Leipzig 1875).