is een uit schapendarm bereid chirurgisch hechtmateriaal, dat, in tegenstelling tot zijde, in het organisme wordt geresorbeerd. Voor de bereiding gebruikt men de elastische bindweefsellaag, die onder het darmslijmvlies ligt.
De darm wordt gespleten en daarna tot een draad ineengedraaid; vervolgens wordt de aldus verkregen draad met zwavelig zuur ontkleurd, gedroogd en glad geschuurd met puimsteenpoeder of glaspoeder. De gehele bereiding moet zo snel mogelijk onder voorzorgen tegen infectie gebeuren. Vóór het gebruik wordt catgut bovendien zorgvuldig gesteriliseerd. Tegenwoordig bereidt men in Nederland ook catgut uit de pezen van grote slachtdieren; bovendien wordt draad gebruikt dat niet van dierlijke afkomst is en dat geheel steriel bereid wordt.