Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Carel Sirardus Willem van HOGENDORP

betekenis & definitie

graaf (Cazimbazar, Bengalen, 15 Aug. 1788 Utrecht 29 Oct. 1856), zoon van Dirk van Hogendorp. Hij werd ordonnans-officier bij de staf van koning Lodewijk Napoleon, volgde deze in de veldtocht van 1806 en nam deel aan de slagen van Heilsberg en Friedland.

Hij nam vervolgens deel aan de strijd tegen de Engelsen in Zeeland (1809), daarna aan de tocht naar Rusland en aan Napoleons strijd in Saksen. Na de val van Napoleon werd hij niet in Nederlandse dienst hersteld en aanvaardde toen een plaatsing bij het Franse leger. In 1816 nam hij ontslag, begaf zich naar zijn vaderland en vertrok in 1817 als ambtenaar der tweede klasse naar Java. Daar werd hij in 1818 benoemd tot lid der Algemene Rekenkamer te Batavia, kort daarna tot resident van Buitenzorg en in 1823 tot resident van Batavia. Toen commissaris-generaal Du Bus de Ghisignies bezuinigingen kwam invoeren, die niet met zijn inzichten strookten, werd hij geschorst. Na een tweejarig verlof, vroeg hij eervol ontslag, dat hem met pensioen in 1830 ten deel viel.Hij vestigde zich in 1831 te Utrecht als commissionnair in effecten. Nadat hij in 1837 zijn Tafereelen van Javaansche zeden uitgegeven had, opkomend voor dezelfde denkbeelden als zijn vader, benoemde de koning hem tot Raad van Indië. Hij vertrok naar Batavia, nam er in 1838 zitting en bekleedde er tijdelijk zowel de betrekking van vicepresident als die van waarnemend gouverneur-generaal. Tot 1 Jan. 1853 bleef hij lid van de Raad van Nederl.-Indië en ontving toen op zijn verzoek eervol ontslag en vestigde zich te Utrecht.

< >