eigenlijk Thomas Jakob de Vio, theologant, naar zijn geboortestad Gaeta (Cajeta) Cajetanus genoemd (Gaeta 20 Febr. 1469 - Rome 9 Aug. 1534), werd in 1500 professor te Rome en tevens procurator der Dominicanen. In 1508 werd hij generaal der Orde en in 1517 kardinaal.
Hij werd voorts door Leo X afgevaardigd naar Duitsland, om er hulp te vragen in de oorlog tegen de Turken en de zaak van Luther te onderzoeken. Deze verscheen te Augsburg voor Cajetanus, die op de rijksdag als pauselijk legaat aanwezig was. Hij verlangde van Luther de herroeping van enige principiële leerstellingen, maar deze weigerde. Om de gestelde eis en de dreiging, die hij daarin voelde, vluchtte Luther uit Augsburg en beriep zich op een algemeen concilie.
Na zijn terugkomst te Rome werd Cajetanus in 1519 bisschop van Gaeta en wijdde zich vervolgens aan de studie der Heilige Schrift. Zijn Opera omnia met levensbeschrijving verschenen in 1639 te Lyon (5 dln). Hij schreef de meest beroemde commentaar op de Summa theologica van Thomas van Aquino, waardoor de Thomistische theologie en filosofie weer tot nieuwe bloei kwamen. Een nieuwe uitgave is verschenen in de Editio Leonina v. d. Omnia opera S.
Thomae (1888-1906).Lit.: A. Cossio, C. e la Riforma (I, Cividale 1902); R. C. Jenkins, Pre-tridentine doctrine.
A review of the commentary on the scriptures of Thom. de Vio . . . (London 1891) ; P. Mortier O.P., Hist. des Maîtres Généraux de l’Ordre des Frères Prêcheurs, V (Paris 1911), blz. 141 vlg.; M. Grabmann, Gesch. d. Kathol.
Theol. (Freiburg 1933), blz. 151 vlg.