is in de ethnologische literatuur de benaming voor de som van goederen of geld, welke van de zijde van de familie van de bruidegom aan die van de bruid wordt betaald. Begrijpelijkerwijze heeft men hierin een koopsom gezien en noemde dan het bruidsschathuwelijk een koophuwelijk.
Toch is dit onjuist. Wij kunnen niet zeggen dat men met de bruidsschat een vrouw koopt, zoals in een ander geval een stuk vee of een gebruiksvoorwerp. Nergens is het immers zo, dat wanneer de vrouw de man niet aanstaat, hij haar aan een ander zou kunnen doorverkopen. Dat in de bruidsschat-overreiking een zakelijk element aanwezig is kan niet ontkend worden, maar een koopsom zonder meer is de bruidsschat zeker niet.
De positie van de vrouw is in gebieden waar het bruidsschathuwelijk voorkomt zeker niet laag. Het is dan ook bepaald niet juist, te menen dat bij de dood van de man zijn vrouw als een deel van de boedel naar diens naaste mannelijke familieleden zou overgaan. Het huwelijk met de broer van de overleden man (leviraatshuwelijk) is veel meer een recht van de vrouw, van welk recht zij echter geen gebruik behoeft te maken.In de diverse culturen speelt de bruidsschat een verschillende rol, waarbij hier het ceremoniële, dddr het zakelijke meer op de voorgrond staat. Ceremonieel gezien is heel de huwelijkssluiting een soort overgangsrite, waardoor de betrokkenen van de groep der huwbare ongehuwden in die der volwaardige burgers, de gehuwden, overgaan. De bruidsschat moet daarbij worden gezien als een onderdeel van de religiomagisch getinte geschenkenruil, zoals deze bij allerlei ceremoniën, waarbij partijen elkaar ontmoeten en met elkander in relatie treden, voorkomt. Elders is de bruidsschat meer een genoegdoening voor het feit, dat een vrouw, die een belangrijke werkkracht is, aan haar sociale groep wordt onttrokken.
Dit zakelijk element komt door de nieuwe omstandigheden welke een individualisering van de maatschappij tot gevolg hebben, steeds sterker naar voren. De bruidsschat kan daardoor tot niets dan een koopsom degenereren.
Intussen is de bruidsschat in verreweg de meeste gevallen een gegeven, dat een gunstige invloed heeft op het huwelijk. Echtscheiding bijv. wordt er door bemoeilijkt. Het is dan ook zo dat, in tegenstelling met vroeger, zending en missie geen bezwaar maken tegen de bruidsschat. Integendeel, zij zullen ongaarne een huwelijk inzegenen of sluiten wanneer de partijen in dit opzicht niet tot overeenstemming zijn gekomen.
PROF. DR H. TH. FISCHER.