Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

BREST

betekenis & definitie

door zijn ligging de belangrijkste oorlogshaven van Frankrijk en zeevesting van de eerste rang, de hoofdstad van het gelijknamige arrondissement in het departement Finistère, aan de Rede van Brest, de grootste van Europa (15000 ha) en gevormd door een baai van de Atlantische Oceaan. Zij telt (1939) 79342 inw. en is amphitheatersgewijze gebouwd op de hellingen van twee heuvels.

De haven is een door de zee ondergelopen dal (ria) ; het benedengedeelte, de Goulet de Brest, 5 km lang en 1650 à 3000 m breed, geeft toegang tot de baai, de rede, die door de Pointe du Portzic en de Pointe des Espagnols gesloten, door sterke batterijen verdedigd en door 5 vuurtorens verlicht wordt.De stad wordt door de rivier Penfeld verdeeld in de oude stad op de linkeroever, met enge, kromme, hellende straten en de kerk St Louis, en het nieuwe stadsgedeelte, Recouvrance, op de rechteroever. Beide delen worden door bruggen verbonden.

Zeevaart is het hoofdbestaansmiddel. Bovendien zijn er leerlooierijen en bierbrouwerijen. Uitgevoerd (totaal 1937: 0,2 mill. ton) worden o.a. boter, eieren, groenten, vruchten en sardines; ingevoerd (totaal 0,4 mill. ton): koloniale waren, steenkolen, jute, cement, hout, hennep, wol, spek. Voor het handelsverkeer met het binnenland heeft het Brest-Nantes-kanaal slechts geringe betekenis.

De handel is vooruitgegaan door de spoorwegverbindingen met Nantes, Rennes en Parijs. Er zijn stoomvaartverbindingen met Port-Launay, Châteaulin, Quimper, Nantes en Landerneau. Het reizigersverkeer is zeer belangrijk. In dat opzicht neemt het onder de Atlantische havens de eerste plaats in, onder alle Franse havens de 7de.

Er zijn regelmatige stoombootverbindingen naar New York. Het aantal binnenkomende schepen bedroeg in 1937: 393 (451000 netto reg. ton). Hier liggen ook de telegraafkabels naar Engeland en naar Cape Breton in Noord-Amerika. De grote visserij is er gering, maar de kustvisserij is belangrijk, vooral die op makreel.

De rede van Brest heeft een omtrek van 30 km en is diep en veilig, daar zij door de omliggende hoogten tegen wind en golven beschermd wordt. De getijdenverschillen zijn bij Brest zeer hoog. De handelshaven is een getijhaven met een oppervlakte van 41 ha. Zij is bij laag water 75 m diep en heeft kaden ter lengte van 2320 m.

Verder is er nog een ander groot havenbekken. De oorlogshaven wordt gevormd door de kromme benedenloop van de Penfeld en is eigenlijk een 5 km lang kanaal, gemiddeld 100 m breed en 9-16 m diep. Bij laagwater bedraagt de diepte nog altijd 9 m. In de rotswand zijn 9 droogdokken uitgehouwen, die tot de oorlogswerven behoren.

De ingang wordt beschermd door de citadel Le Château, die op een 65 m hoge rots ligt.

Brest is zeer oud en ontving zijn naam van Bristok, een Keltisch opperhoofd uit de 5de eeuw. Tegen het einde der 15de eeuw kwam de stad onder het gezag der hertogen van Bretagne, terwijl in 1631 Richelieu er de havenwerken in orde deed brengen. De scheepstimmerwerven werden onder Colbert van steen opgetrokken, en de bevestiging der stad geschiedde door Vauban van 1680-1688. Op 17 Juni i6g4 werd zij tevergeefs aangevallen door de verenigde Nederlandse en Engelse vloten, en 1 Juni 1794 had in haar nabijheid een zeeslag plaats, waarin de Engelsen onder Howe de overwinning behaalden op de Fransen onder Villaret Joyeuse, terwijl zes Franse linieschepen in handen der Engelsen vielen en een zevende in de grond geboord werd.

In Wereldoorlog II was Brest na de bezetting van Frankrijk een van de voornaamste operatiebases van de Duitse vloot tegen Engeland. Zodra de operaties van de Geallieerden tegen het Europees vasteland met het oog op de naderende invasie dan ook grote omvang aannamen, werd Brest doelwit van vele luchtbombardementen. Ook na de landingen in Normandië bleef Brest een bastion van het Duitse verzet tegen de west- en zuidwaarts oprukkende geallieerde tankcolonnes. Op 9 Aug. 1944 stonden de Amerikanen voor de stad; eerst op 16 Sept, echter kon zij worden veroverd.

Driekwart van Brest lag toen in puin of was beschadigd. Tot de verwoeste gebouwen behoren het stadhuis, postkantoor, paleis van justitie, onderprefectuur, kerk St Louis (17de-19de eeuw) en voorts het Arsenaal. Het wandelterras Cours Dajot heeft zwaar geleden, evenals vele kunstwerken in de omtrek.

Lit.: Levot, Hist. de la ville et du port de B. (Brest 1864-’75, 5 dln); A. Dupouy, Brest et Lorient (Paris 1922).

Zaak van Brest

Tijdens de Vierde Engelse oorlog (1780-1784) bleek zonneklaar de machteloosheid van de Nederlandse marine. Over samenwerking met de Franse vloot werd meermalen gehandeld, tot werkelijke daden kwam men niet. Kenschetsend voor de toestanden is de zaak van Brest. In Sept. 1782 kwam de Franse gezant te ’s-Gravenhage met het denkbeeld de Nederlandse vloot naar Brest te dirigeren, om, in samenwerking met de Franse, operaties tegen de Engelsen te ondernemen. Ten slotte werd besloten een tiental grote oorlogsschepen naar Brest te zenden.

Het bevel daartoe kon echter niet worden uitgevoerd: de uitrusting der schepen wras onvoldoende, enz. Het geval had politieke gevolgen: men schreef de mislukking meteen toe aan de Engelsgezindheid van de stadhouder, aan de corruptie in de admiraliteitscolleges, aan de tegenwerking van de vlootofficieren. De zaak van Brest werd aldus een van de vele episoden, welke de toenemende agitatie van het patriotisme tegen het stadhouderschap kenmerken.

PROF. DR L. G. J.

VERBERNE

Lit.: J. C. de Jonge, Gesch. v. h. Ned. zeewezen, dl IV (Haarlem 1857-1862); H. T.

Colenbrander, De patriottentijd (5s-Gravenhage 1897-1899); P. Geyl, De Patriottenbeweging (Amsterdam 1947).

< >