is een voorstad van Luik, aan de Maas en de Ourthe-afleiding, op oneffen kalkbodem (197 ha) ; landbouw, metaal- en chemische nijverheid, grote electrische centrale voedingsindustrie. Inw. (1945) 15 351 Te Bressoux versloegen de Fransen in 1794 de Oostenrijkers een laatste keer op Belgisch grondgebied.
Onder ’t Oud Regime afhankelijk van Jupille, werd Bressoux onder Frans beheer bij Grivegnée gevoegd. Sedert 1871 pas is de gemeente zelfstandig. In 1890 waren er slechts 4750 inw.; daarna begon de snelle industriële aangroei en liet de nabijheid van Luik zich gevoelen. Wereldoorlog I was Bressoux noodlottig.
Kerk van 1899.Lit.: Gobert, Parlons un peu de B. (St-Pieters-Jette 1932).
