dichteres (Brussel ca 1520 - na 1603), vertegenwoordigt de specifiek katholieke literatuur in de tweede helft der 16de eeuw in Brabant. Zij genoot een vrome en verzorgde opvoeding.
Ca 1550 trad zij in het huwelijk met Nicolaes De Zoete, die in 1559 secretaris van de Raad van Brabant werd. Al vroeg bleef zij achter als weduwe, met enige kinderen, wier opvoeding zij zelf ter harte nam. In 1587 gaf zij te Brussel Het Prieelken der Gheestelijke Wellusten uit, een liederbundeltje met gezangen in de innige en tedere toon der middeleeuwse geestelijke lyriek, gedicht gedurende de woelige jaren van de Calvinistische dictatuur te Brussel in 1581-1584, tot opbeuring van haar vervolgde Katholieke geloofsgenoten. Ze leefde nog in 1603, daar zij toen een tweede uitgave van haar bundeltje verzorgde, maar ze overleed kort daarna.PROF. DR E. ROMBAUTS
Lit.: Hermance van Belle, uitgave van Het Prieelken met inleiding (Antwerpen 1927); A. van Duinkerken, Dichters der Contra-Reformatie (1932).
