Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Boterboom

betekenis & definitie

is een naam, die toegekend wordt aan enige tropische boomsoorten met olie- of vetrijke zaden of vruchten. In de eerste plaats valt hier te denken aan de boterboom van West-Afrika, Pentadesma butyracea Sabine, uit de familie der Clusiaceae (Guttiferae), een boom met tegenoverstaande bladeren, tweeslachtige bloemen met talrijke meeldraden en een besvrucht met boterachtig sap.

Vervolgens aan een paar geslachten uit de familie der Sapotaceeën, nl. Butyrospermum en Illipe (of Bassia). Butyrospermum Parkii Kotschi behoort thuis in tropisch Afrika en levert uit de zaden de zgn. shea-boter of galam-boter. Het geslacht Illipe, gekenmerkt door een 4-delige kelk, een 8-lobbige bloemkroon met een klokvormige buis, in twee rijen geplaatste meeldraden en een 6- of 8-hokkige bes, komt met een 30-tal soorten voor in het Indo-maleise gebied, en velen daarvan leveren oliehoudende zaden; zo vooral de I. butyracea Roxb., een tot 15 m hoge boom met van onderen behaarde, 3 dm lange bladeren, bleekgele bloemen en langwerpige besvruchten, van welke de zgn. fulwa-boter afkomstig is; dan de I. malabrorum, die de zgn. mahwa-boter levert, evenals de I. latifolia Roxb. van Voor-Indië.Laatstgenoemde soort, een kleine boom met grote bladeren en langwerpige bruine vruchten, is voor de bewoners van Bengalen van bijzonder gewicht. De vele suikerrijke bloemen, die in Mrt en Apr. afvallen, worden gedroogd en gegeten. Iedere boom levert 100- 150 kg bloemen en deze hebben vooral in tijd van hongersnood grote waarde. Zij worden ook tot voedsel voor het vee gebezigd en leveren een regelmatige oogst, terwijl de opbrengst van aardappelen, maïs en gerst onzeker is. In gedroogde toestand blijven zij twee jaren goed. Het hout is hard en wordt vooral tot het vervaardigen van wagenwielen gebezigd.

De groenachtig-gele olie uit de zaden is niet alleen geschikt voor het bereiden van spijzen, maar ook voor verlichting. Voorts bereidt men uit de bloemen door gisting een alkoholisch vocht en door destillatie van dit laatste een sterk riekende soort brandewijn. Sommige dieren, zoals eekhoorns en uilen, zijn zeer belust op de aangenaam riekende bloemen en worden er door bedwelmd. Van belang is nog, dat het melksap getahpertja levert.

Lit.: Ubbelohde’s Handb. der Oele imd Fette, 2. Aufl., Bd II, 1 (Leipzig 1932); Handb. der Lebensmittelchemie v. Juckenack, Bames, Bleyer en Grossfeld IV (1939).

< >