Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Borstvlies

betekenis & definitie

(pleura) is het gladde vlies dat zowel de binnenzijde van de borstwand als de buitenkant der longen bekleedt (zie borst). Bij de ademhaling schuiven het binnen- en buitenblad van het borstvlies over elkaar heen.

Onder normale omstandigheden bevindt zich tussen de beide pleurabladen slechts een capillaire vloeistoflaag. Bij ontsteking van het vlies (pleuritis) kan zich een grote hoeveelheid vocht in deze ruimte verzamelen, waarbij de long min of meer moet samenvallen. Men spreekt dan van natte pleuritis (pleuritis exsudativa). Het vocht is meestal lichtgeel en helder of heel licht troebel; het bevat eiwitten die afkomstig zijn uit het bloedplasma, waaronder fibrinogeen, dat wordt omgezet in de vaste, vezelige fibrine (zie bloed). Zulk vocht noemt men sero-fibrineus exsudaat. Soms wordt het ontstekingsvocht bijna even snel geresorbeerd als het wordt afgescheiden; dan blijft er tussen de pleurabladen slechts fibrine over en spreekt men van een droge pleuritis (pleuritis sicca).Pleuritis kan ontstaan in aansluiting aan ziekten in de omgeving van het borstvlies (ziekten van de longen, van de borstwand, van de organen in de bovenbuik) maar vaak is zij schijnbaar primair, d.w.z. dat er geen herkenbare aandoening van andere organen voorafgaat. Zulk een primaire pleuritis is dikwijls van tuberculeuze aard (zie tuberculose). De genezing vergt dan dikwijls vele maanden en na herstel is een geneeskundige contrôle gedurende enige jaren gewenst omdat zich later soms een afwijking in de longen ontwikkelt, die op deze wijze tijdig kan worden herkend en behandeld. Het ontstekingsvocht wordt vaak vanzelf geresorbeerd; gaat dit niet vlot genoeg of wordt de hoeveelheid zeer groot, dan kan men een gedeelte aftappen (punctie).

Na longontsteking ontstaat soms een etterige pleuritis; men spreekt dan van een empyeem; de etter, die zich hierbij in de borstholte ophoopt, moet volledig worden verwijderd, zo mogelijk door punctie, eventueel gevolgd door spoeling en inspuiting van penicilline, zo nodig door een operatie, waarbij een stuk van een rib wordt verwijderd (ribresectie).

Bevindt zich lucht tussen de beide pleurabladen dan hebben we te maken met pneumothorax.

Vochtophopingen in de pleuraholte zijn niet altijd een gevolg van ontsteking. Bij allerlei toestanden, die aanleiding geven tot de vorming van oedeem (vochtophoping in de weefselspleten) kan zich ook tussen de pleurabladen oedeemvocht verzamelen; dit bevat minder eiwit en minder cellen dan ontstekingsexsudaat en het heeft een lager soortelijk gewicht. Men spreekt dan van transsudaat. Terwijl ontstekingsvocht meestal aan één kant wordt gevonden, komen transsudaten dikwijls aan beide kanten voor. Een transsudaat kan verdwijnen zonder een spoor achter te laten; als een exsudaat verdwijnt blijft meestal een verkleving van de bladen van het borstvlies achter. In de regel veroorzaken zulke verklevingen echter geen enkele klacht.

DR H. J. VIERSMA

< >