is de naam van een buitengoed met paleis, vóór de Porta del Popolo van Rome gelegen, dat aangelegd is door kardinaal Scipione Borghese. De beroemde verzameling antieke beeldhouwwerken is door Napoleon naar Parijs overgebracht in 1807, doch in 1815 grotendeels weer naar Italië teruggebracht, en in 1902 door de Italiaanse Staat aangekocht, benevens de schilderijen uit de bloeitijd der Renaissance, waaronder de wereldvermaarde Danaë van Correggio, de zgn. Hemelsche en Aardsche Liefde van Titiaan, de Graflegging van Rafaël, de Heilige Familie van Sodoma, het Lijk van Christus van Garofalo, de St Stefanus van Francia, de Diana van Dominichino.
Ook beroemde beeldhouwwerken behoren tot de verzameling, o.a. de Apollo en Daphne van Bernini en Pauline Borghese (zuster van Napoleon) als Venus, van Canova. De Vechter uit de verzameling van de Villa Borghese is een bekend Grieks beeld, gesigneerd door Agasias van Ephesos, en berust thans in het museum van het Louvre te Parijs.