Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Borel, petrus

betekenis & definitie

(eigenl. Pierre-Joseph) Frans schrijver (Lyon 30 Juni 1809 - Mostaganem, Algerië, 1859), typisch vertegenwoordiger van de romantiek in al haar geëxalteerdheid en haar misanthropie, behoort tot de door Baudelaire gekarakteriseerde categorie der „maîtres maudits”. Na als architect te zijn mislukt, trachtte hij zijn weg te vinden in de literatuur, had een belangrijk aandeel bij de befaamde première van Hugo’s Hernani en verwekte een schandaal met zijn eerste bundel verzen, Rhapsodies (1832) door afwijkende spelling en gedurfde neologismen.

Dit schandaal werd nog luider door de publicatie van Champavert, Contes immoraux (1833), een bundel novellen, rijk aan verhalen over moord en doodslag, afgewisseld met macabere geestigheden en sinistere grappen, maar waarin zich ook een origineel vertellerstemperament openbaarde. Hij speelde enige jaren een vooraanstaande rol als dandy in de artistenkring van La Jeune France. Maar dan volgde de misère: zijn boeken hadden geen succes; de uitgave van zijn krant Liberté, Journal des Arts (Sept. 1832 - Febr. 1833) werd een financiële débâcle. Hij trok zich terug in een dorp in Champagne, waar hij zijn roman schreef, Madame Putiphar (1839), een geschiedenis waarin de deugd wordt geofferd aan de haat en de wraak, met een lyrische proloog, waarin de schrijver zijn eigen leven symboliseert als aangevallen door drie ruiters: de wereld, de eenzaamheid en de dood. Het boek vond geen kopers. Ook verdere pogingen, zijn bestaan te verzekeren in de journalistiek, mislukten. Zijn krant Satan (1849) bestond maar een paar maanden, La Revue Pittoresque en L’Âne d’or (met Gérard de Nerval samen uitgegeven) hadden geen langere levensduur.

Toen keerde de „Lycanthrope” (lijder aan wolfswaanzin), zoals hij zichzelf noemde, de literatuur de rug toe, ging als ambtenaar naar Algiers, maar werd wegens ruzie met zijn chefs, ontslagen. Hij vestigde zich als kolonist (hij had inmiddels een gezin gesticht), maar werd slachtoffer van een zonnesteek. Zijn werk, reeds geheel vergeten, werd weer ontdekt door Baudelaire.DR R. WIARDA

Bibl.: Naast het reeds genoemde nog: Le Trésor de la Caverne d’Arcueil (Revue de Paris, avr. 1843), luxe herdr. in 1927 door Stols voor La Connaissance te Parijs; Œuvres complètes avec préface et notes par Aristide Marie, 2 vol. (1922).

Lit.: Aristide Marie, Pétrus B., le Lycanthrope. Sa vie et son œuvre (1922).

< >