Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Blaasroer

betekenis & definitie

is een wapen, typisch voor de culturen van Z.O.-Azië, Indonesië, het Amazonegebied en Guyana. Hier levert het geografisch milieu het materiaal, nl. rietsoorten.

In Indonesië is het vooral een bepaalde bamboesoort met zeer lange geledingen. De tussenschotten in zulk een bamboestaaf worden zorgvuldig weggewerkt, zodat het inwendige een gladde buis wordt. Daar de staaf, die een geschikte openingsgrootte bezit meestal te dun en daardoor te slap is, wordt zij op verschillende manieren verstevigd, bijv. door haar te omwikkelen of haar in een andere te schuiven met groter gat, die steviger is. Soms wordt de staaf overlangs gespleten, waarna de internodiën worden weggesneden en het kanaal goed glad gemaakt wordt. De twee helften worden dan weer op elkander gelegd en omwikkeld.De mooiste blaasroeren vinden wij op Borneo. Hier wordt een houten staaf op zeer zorgvuldige wijze van boven tot onder geheel doorboord. Het blaasroer wordt dan van buiten gepolijst, terwijl aan het boveneinde met rotan-vlechtwerk een bajonet (Europese invloed) bevestigd wordt.

Ook in Zuid-Amerika vinden wij zowel het blaasroer uit één stuk als de gespleten en weer samengevoegde vorm. Het eigenlijke gebied moge dat van de Amazone en Guyana zijn, het werd eertijds ook door Noord- en Middenamerikaanse (Mexico) volken als jachtwapen gebruikt. Zo kreeg Cortes van de koning Montezuma een twaalftal prachtig bewerkte gouden blaasroeren en een net met gouden kogeltjes als munitie ten geschenke.

Wordt voor Centraal-Amerika en ook in een enkel Indonesisch en Melanesisch geval een kogeltje als munitie vermeld, gewoonlijk is zij een kleine pijl, die van achteren voorzien is van een dot van vezelachtige substantie, die het geheel in het blaasroergat doet passen. Die pijlen zijn in Z.O.- Azië in de regel vergiftigd en worden in een bamboe pijlkoker, die tot de uitrusting van krijger en jager behoort, meegedragen.

Hebben de Aziatische en Amerikaanse blaasroeren een gemeenschappelijke herkomst of zijn zij onafhankelijk van elkaar, onder invloed van hetgeen het geografisch milieu bood, ontstaan? De meningen zijn hierover verschillend. Enkele onderzoekers menen in het Amerikaanse blaasroer een loot van het Indonesisch-Aziatische te zien. Schrijver dezes acht hetgeen voor een dergelijke gemeenschappelijke herkomst wordt aangevoerd nogal zwak en acht een spontaan ontstaan in twee gebieden zeer goed mogelijk. Van de eigenlijke ontstaansgebieden uit, die hypothetisch blijven, verspreidden de blaasroeren zich zowel in Azië als in Amerika over een grote oppervlakte. Zo vinden wij onder invloed van Indonesische cultuurverbreiding het Z.O.-Aziatische blaasroer ook in Madagascar en zo zijn de Noordamerikaanse blaasroeren ook door een dergelijke verbreiding te verklaren.

PROF. DR H. TH. FISCHER

Lit.: G. Friederici, Die geogr. Verbreitung des Blasrohrs in Amerika, Peterm. Mitt. 57 (1911); I d., Ein Beitr. z. Kenntn. d. Trutzwaffen d.

Indonesiër, Südseevölker u. Indianer (Leipzig 1915), Baessler-Archiv. Beiheft 7; C. M. Pleyte, Sumpitan and bow in Indonesia. Intern.

Archiv f. Ethnogr. 4 (1891), blz. 265 e.v.; H. Ling Roth, The natives of Sarawak and British North Borneo (London 1896), 2 vols; W. W. Skeat and Ch. O.

Blagden, Pagan races of the Malay Peninsula (London 1906), 2 vols; P. Geiger, Beitr. z. Kenntn. d. Ipoh-Pfeilgifte (Basel 1901).

< >