(1) op schepen gebruikte naam voor een kleine ruimte, waar men touwwerk en andere zaken bergt (kabelgat).
(2), een nauwe doorvaart ter zee of op binnenrivieren, bijv. het Kattegat, het zeegat bij Riga, het Memeler Gat, de zeegaten tussen de Waddeneilanden, het Aardappelgat, het Vuile Gat enz.