Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Bijbelgenootschappen

betekenis & definitie

zijn verenigingen, die zich ten doel stellen de Bijbel of gedeelten van de Bijbel in de landstaal of in meer talen zo goedkoop mogelijk verkrijgbaar te stellen en, binnen de landsgrenzen of ook daarbuiten, zo ruim mogelijk, vaak ook om niet, te verspreiden. Tot dit doel bevorderen zij, in de dienst van de verbreiding van het evangelie in de heidenwereld, vaak zeer belangrijke filologische arbeid.

Ook nieuwe vertaling of herziening van bestaande vertalingen in Westerse talen dankt men aan hun werkzaamheid. Zelfs is de meest gebruikte standaard-teksteditie van het Griekse N.T., de tekst van E. Nestle, op initiatief van de Privilegierte Württembergische Bibelanstalt en als haar uitgave tot stand gekomen. Na voorlopers in de 18de eeuw werd in 1804 op een vergadering van leden van vele verschillende kerken in de London Tavern het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap gesticht.

Andere landen volgden met geestdrift; alleen de Romaanse landen met Oostenrijk en Beieren stonden hier afwerend tegenover, Frankrijk echter en België, ja zelfs Rusland, sloten zich bij deze beweging aan.Ondanks het zgn. Bijbelverbod scheen het nl. een tijdlang, of ook de R.K. Christenheid medewerken zou.

In Duitsland stichtte bijv. prof. L. von Ess een Christlicher Bruderbun zur Verbreitung der hl. Schrift en werkten Protestanten en R.K. samen in het Eichsfelder Bijbelgenootschap. De vertaling van het N.T. door von Ess werd echter in 1821 op de Index geplaatst en paus Leo XII liet in 1824 een principiële uitspraak tegen zulke arbeid uitgaan.

Over het algemeen is nl. het principe der Bijbelgenootschappen, dat de Schrift zonder verklaringen wordt uitgegeven (z Bijbelverbod). Onder Leo XIII en Pius X is de bevordering van de verspreiding van (goedgekeurde) Bijbelvertalingen in de landstalen door daartoe gevormde verenigingen weder begunstigd.

Op het vasteland arbeidt het Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap nog steeds aanvullend naast de verschillende nationale en meer locale genootschappen. Het heeft daarbij ook de verspreiding van R.K., geapprobeerde, uitgaven op verscheiden plaatsen verzorgd. In het moederland en in het buitenland bezit het duizenden onderorganisaties. Zijn depots, agenturen en centra van colportage lopen in de duizendtallen en reiken van pool tot pool.

Bijna even oecumenisch is het werk van het Amerikaanse Bijbelgenootschap, dat in 1816 werd gesticht.

In 1939 werd tijdens een internationale conferentie der Bijbelgenootschappen te Woudschoten bij Zeist besloten tot oprichting van een internationale Federatie van Bijbelgenootschappen. Door Wereldoorlog II werd de uitwerking van dit besluit vertraagd, maar op een conferentie te Elfinoward in Engeland, waar twaalf nationale Bijbelgenootschappen vertegenwoordigd waren, in Mei 1946, werd deze federatie The United Bible Societies een feit. Sedertdien vergaderde zij in Juni 1947 te Amersfoort en in Juni 1948 te Dunblane in Schotland, waar de samenwerking steeds beter geregeld werd. Het doel is de Bijbel voorziening der wereld als één gemeenschappelijk werk te zien, waarvoor men gezamenlijk verantwoordelijk is.

Thans zijn er 22 nationale Bijbelgenootschappen aangesloten. Voorzitter der Federatie is bisschop dr E. Berggrav van Noorwegen en algemeen secretaris dr John R. Temple van Engeland.

Het hoofdbureau is gevestigd te Londen en een nevenbureau te Genève onder leiding van mr O. Béguin als adjunct-secretaris. De gezamenlijke Bijbelgenootschappen hebben tot dusver gezorgd voor de uitgaaf van de Bijbel of van bijbelgedeelten in niet minder dan 1091 verschillende talen, waarbij in 185 talen de gehele Bijbel werd uitgegeven en buitendien nog in 225 talen het N.T. In de overige talen werden gedeelten van de Bijbel gedrukt.

In de laatste jaren voor Wereldoorlog II was de gemiddelde omzet van de Bijbelgenootschappen per jaar 2 millioen Bijbels, 2 mill. N.T. en 20 mill. Evangelies en andere Bijbelgedeelten. Door hun vertegenwoordigers in bijna alle landen, hun colporteurs en hun afgevaardigden der Bijbelvertaling nemen de Bijbelgenootschappen een zeer belangrijke plaats in de arbeid van kerk en zending in.

In zeer vele landen treft men de Bijbelhuizen aan, die voor de omzet en de expeditie dezer vele millioenen Bijbels te zorgen hebben. De kosten van dit alles komen maar ten dele uit de verkoop terug, omdat de Bijbelgenootschappen op het standpunt staan dat niemand om financiële redenen van een Bijbel verstoken moet zijn en er dus zeer veel gratis of met aanzienlijke reductie verstrekt wordt. Door giften en collecten ontvangen de Bijbelgenootschappen de middelen om deze arbeid te verrichten. In de laatste jaren was het aldus ontvangen bedrag telkens meer dan tien millioen gulden per jaar.

Het Nederlandse Bijbelgenootschap werd in 1814 (29 Juni) opgericht. Het verzorgt inzonderheid Nederland en het Rijk buiten Europa. Tot 31 Dec. 1947 verspreidde het 3347018 Bijbels en 5591938 N.T. en andere Bijbelgedeelten, alzo in totaal 8938956 ex. Over 1947 was de aflevering in Nederland 180064 ex.

Het aantal in Indonesië in dat jaar geleverde ex. is nog niet bekend. In 1941 was dat 120932 ex. Het aantal leden en begunstigers van het Bijbelgenootschap is thans meer dan 110000, verdeeld over ruim 600 plaatselijke afdelingen. Het budget over 1947 beliepƒ 625 173,39.

In 38 talen van Indonesië heeft het de Bijbel vertaald, geheel of gedeeltelijk en daartoe ook wetenschappelijk hoogst belangrijk werk doen verrichten. De plaats van wijlen Adriani wordt thans door drie taalafgevaardigden: dr H. van der Veen, dr L. Onvlee en dr J. L.

Swellengrebel ingenomen, terwijl er nog twee in opleiding zijn. Bovendien werden door het Nederlands Genootschap in onderscheiding der andere Bijbelse genootschappen leesboeken gedrukt in allerlei talen als voorbereidend onderricht voor het lezen van de Bijbel zelf. Ook gaf het Genootschap de vertaling van het N.T. in het Papiamentoe, de taal van Curaçao. Eveneens werd de Bijbelvertaling in het Fries door het Genootschap uitgegeven, van welke vertaling reeds meer dan 10000 Bijbels en 10000 N.T. verkocht werden.

Ook nam het Bijbelgenootschap ter hand een nieuwe Nederlandse vertaling van de Bijbel, waarvoor de meeste professoren voor O. en N.T. der verschillende universiteiten en van verschillende kerken en richtingen samenwerken. In 1939 verscheen het N.T. en niettegenstaande Wereldoorlog II en het daarop volgende papiergebrek werden hiervan reeds meer dan 400000 ex. verstrekt. Van het O.T. verschenen in 1943 de Psalmen en in 1948 de Poëtische boeken, terwijl het te verwachten is, dat in 1950 de gehele Bijbel in deze nieuwe vertaling zal kunnen verschijnen.

Over Katholieke Bijbelgenootschappen behoeft niet veel meer gezegd (z Bijbelverbod). Sedert de Katholieken meer ijveren voor de verspreiding der Heilige Schrift in de vorm en naar de regels door het kerkelijk gezag uitgevaardigd, werden enkele nationale verenigingen ter verspreiding en lezing der Gewijde Boeken gesticht, o.m. in Italië de Pia Società di S. Girolamo, in Frankrijk het Œuvre catholique de la diffusion du saint Evangile. In Duitsland werd voor het oprichten van een Katholiek Bijbelgenootschap geijverd door een zo gezaghebbend exegeet als dr N. Peters, en zelfs het stichten van een internationaal genootschap in het vooruitzicht gesteld.

PROF. DR J. DE ZWAAN

Lit.: C. F. Gronemeyer, Gedenkboek van het N.B.G., 18141914 en Jaarverslagen (uitg. Bijbelhuis, Amsterdam); Canton, The Story of the Bible Society (Headquarters British and Foreign B.

S., London 1904).

< >