Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Biet

betekenis & definitie

(Beta vulgaris) is een algemeen gekweekt cultuurgewas uit de familie der Chenopodiaceeën met verschillende variëteiten. De wilde stamvorm is ongetwijfeld de zeebiet (B. maritima), een plant van het mediterrane gebied met een grote verspreiding, van Perzië tot de Canarische eilanden, die dank zij het zachte klimaat van de westkust van Europa daarlangs ook Nederland wist te bereiken, een typisch voorbeeld van een mediterraan-atlantische verspreiding dus.

De stengels zijn hier dun, meestal over de grond uitgespreid, de bladeren ei-ruitvormig, kort toegespitst, en de wortel is houtig. Bij de gekweekte Beta vulgaris staat de forse stengel rechtop en de langgesteelde rozetbladeren zijn stomp met iets hartvormige voet. De voornaamste cultuurvormen zijn de snijbiet, waarvan de bladeren als groente worden gegeten, met een dunne wortel; de rode biet of kroot, met een donkerrode, vlezige wortel; de voederbiet of mangelwortel, als veevoeder gekweekt; ten slotte de suikerbiet of beetwortel, op het veld van de vorige te onderscheiden, doordat de wortel dieper in de grond zit en er niet zo ver boven uitsteekt. Ook bij de Beta maritima bestaat, wel in verband met het grote areaal, een opvallende variabiliteit, die ons de veelvormigheid in de cultuur kan doen begrijpen (zie kroot en suikerbiet).

< >