Wat is de betekenis van Biet?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

biet

Het begrip biet heeft 2 verschillende betekenissen: 1) eetbare wortelknol. eetbare, ronde of kegelvormige wortelknol van de Beta vulgaris, die als groente, veevoeder of voor de suikerproductie wordt gebruikt. Men onderscheidt verschillende soorten en rassen. In culinaire taal meestal in toepassing op de rode biet en vaak in het meervoud v...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

biet

1) (1986) (Vlaanderen, stud.) eerstejaarsstudent (in Mechelen). • 'Luider, luider!' klinkt het bevel. Honderdvijftig monden brullen: 'Wij zijn stomme bieten!' In Mechelen heet een eerstejaars een 'biet', maar niemand weet waarom. (Panorama, 21/11/1986) 2) (1922) (Barg.) kind. • Waar sat je...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

biet

biet - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) (voeding) Beta vulgaris een plant die om de wortelknol geteeld wordt De biet groeide niet goed. 2. (groente) de wortelknol van de bovenstaande plant Hij liet de zak met bieten per ongeluk vallen. ...

2024-04-28
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Biet

Biet - Vlaams studentenwoord (uit de regio Mechelen) voor een eerstejaarsstudent. Herkomst onbekend. Luider, luider! klinkt het bevel. Honderdvijftig monden brullen: Wij zijn stomme bieten! In Mechelen heet een eerstejaars een biet, maar niemand weet waarom. - Panorama 21.1.1986 ​

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

biet

biet - zelfstandig naamwoord 1. plant met eetbare knol ♢ we eten rode bieten vanavond 1. hij kreeg een hoofd als een biet [werd erg rood] 2. dat interesseert me geen biet...

2024-04-28
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

biet

Verdikte donkerrode wortel en is rond tot langwerpig van vorm. Is zeer geschikt als groente bij eenvoudige maaltijden of als grondstof of garnering voor o.a. haring- of bietensalade. Wordt in het volksgebruik ook wel aangeduid met ‘kroot’.

2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Biet

1. -en gegeten hebben,ongesteld zijn. Een zinspeling op de kleur van het menstruatiebloed. Voor andere verbloemende zegswijzen hiervoor, zie bezoek hebben. 2. geen -, helemaal niets. Informele uitdr. Vgl. 4. ’t Leek geen biet op Hemelvaart. (Menno ter Braak, in: Propria Cures, 07/07/24) Ik trek me er geen biet van aan en ga maffen. (Ja- cob Zwaan:...

2024-04-28
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

BIET

→ Suikerbieten. → Bietekoppen. Biet (rode). → Groenteteelt (kroten).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Biet

(Barg.) suiker