Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Berenice (vorstin)

betekenis & definitie

Grieks BeQevixt), Berenikê, naam van verscheiden vorstinnen uit de Hellenistische tijd. Vermeld worden:

Berenice I, gemalin van een Macedoniër, Philippos. Na diens dood ging zij, in het gevolg van haar nicht Eurydike, die met Ptolemaeus I huwde, naar Egypte, en trad later zelf met dezen in het huwelijk. Zij was de moeder van Ptolemaeus II en werd later met haar gemaal als godenpaar vereerd. Haar zoon Mag as (uit haar huwelijk met Philippos) werd koning van Cyrene, haar dochter Antigone huwde met Pyrrhus van Epirus.

Berenice II, dochter van Ptolemaeus II van Egypte, bekend onder denaam Bruidschatdraagster. Zij werd 248 v. Chr. uitgehuwelijkt aan Antiochus II, koning van Syrië, met een zeer rijke bruidschat. Zij kreeg bij hem een zoon. Door de intriges van Antiochus’ eerste gemalin Laodike werd zij echter verstoten en, hoewel haar broeder Ptolemaeus III te hulp kwam, met haar kind gedood. Ptolemaeus wreekte haar dood door de zgn. 3de Syrische oorlog.

Lit.: Alex. Pridrik, Berenike, die Schwester des Königs Ptolemaios III Euergetes (Tartu 1935), 2 dln.

Berenice III, dochter van Ma gas, koning van Cyrene en de Syrische prinses Apama, huwde met Ptolemaeus III van Egypte, maar bleef koningin van Cyrene (± 247 v. Chr.). Toen Ptolemaeus een veldtocht naar Syrië ondernam, wijdde zij een haarlok aan Aphrodite terwillevan zijn terugkeer. Deze lok verdween uit de tempel, en de astronoom Konon ontdekte haar daarop aan de hemel als sterrenbeeld (z Berenice, hoofdhaar van). De hofdichter Callimachus* wijdde hieraan een ten dele bewaard gedicht; de Latijnse vertaling van Catullus is volledig overgeleverd. Na de dood van Ptolemaeus III wilde zij haar jongeren zoon Mag as op de troon brengen in plaats van den ouderen, onmenselijken Ptolemaeus IV.

Deze liet haar echter doden (221 v. Chr.).

Lit.: A. Bouché-Leclercq, Hist. des Lagides (Paris 1903); E. Bevan, A history of Egypt under the Ptol. dynasty (London 1927); K. J. Beloch, Gr. Gesch. IV2 (Berlin-Leipzig ig25-’27).