Latijn: Conon, Athener, zoon van Timotheos, in 414-413 v. Chr. voor de eerste maal strateeg.
In 406 werd hij in plaats van Alcibiades opperbevelhebber van de vloot bij Samos. De Spartaanse admiraal Kallikratidas sloot hem in de haven van Mytilene in. Met inspanning van alle krachten bouwden de Atheners een nieuwe vloot, waarmee zij door de overwinning bij de Arginusen (406) Konon bevrijdden. Na de nederlaag bij Aigospotamoi (405) vluchtte Konon met enkele schepen naar koning Euagoras van Cyprus. Volgens zijn oordeel was alleen met Perzische hulp herstel van Athene mogelijk. Door toedoen van de satraap Pharnabazos kreeg hij het commando over een grote vloot. In 397 werd hij in Kaunos door de Spartanen geblokkeerd, in 395 door de Rhodiërs ontzet; kort daarna brak in Kaunos en op Rhodos een opstand uit. Konon besloot zelf naar het Perzische hof te gaan om hulp te krijgen. Dit gelukte hem. Bij Knidos (394) behaalde hij een overwinning op de Spartanen. Daarna bevrijdde hij veel steden aan de Kleinaziatische kust. Eindelijk, in 393, keerde hij naar Athene terug met een vloot en bevorderde de bouw van de muren, waardoor Athene weer een zelfstandige politiek kon voeren. Grote eer viel hem ten deel. De Perzen knoopten weer onderhandelingen met Sparta aan. In 392 nam Tiribazos Konon, die vol vertrouwen tot hem gekomen was, gevangen. Volgens sommige oude schrijvers werd hij voor de Perzische koning gebracht en onthoofd wegens verraad, volgens andere ontsnapte hij en stierf enige tijd later bij Euagoras. Cornelius Nepos schreef een korte biografie.Lit.: Pauly-Wissowa, Real-Encyclop. d. class. Alt. XI, kol. 1319-1334.
