(1) is een landschap en Landkreis in Opper-Beieren met een oppervlakte van 630,80 km2 en 42 071 inw. Het strekt zich uit tussen de dalen van Salzach en Saalach en bestaat uit triasgesteenten.
Het diepe dal waarin de beroemde Königsee (602 m boven de zeespiegel) gelegen is, wordt door hoge gebergten omringd. Op de zuidelijke grens verheft zich het Steinerne Meer (2500 m) met de Schönfeldspitze (2651 m). Van hier strekken zich noordwaarts twee ketens uit met de Watzmann (2714 m), de Kleine Watzmann (2404 m) en de Hochkalter (2629 m). Zij omringen de drie hoofddalen van het bekken van Berchtesgaden (dat van de Hintersee, het Wimbachtal en het dal van de Königsee), welke zich tot het dal der Ramsau verenigen. Van de Kammerlinghorn (2483 m), de zuidelijke top van de Hochkalter, heeft men een van de mooiste vergezichten der Alpen. Tegenover het dal der Ramsau verheft zich de steil uit de vlakte oprijzende Untersberg tot 1975 m.
Het land is sterk bebost; het levert verder zout, marmer, gips en krijt. Hoofdmiddelen van bestaan zijn veeteelt, bosexploitatie, houtwarenindustrie, de marmerslijperij, zoutwinning en toeristenverkeer. De grootste plaatsen zijn Bad Reichenhall (11572 inw.) en Markt Berchtesgaden.Lit.: A. Helm, Das Berchtesgadener Land im Wandel der Zeiten (München 1924).
(2) is een marktplaats, op 576 m hoogte, gelegen in het gelijknamige landschap aan de Ache, de afwatering van de Königsee, en aan de spoorweg naar Reichenhall. Zij had (1939) 5755 inw. Op een rotshelling ligt het voormalig koninklijk slot, tot 1803 een stift van Augustijner koorheren. De aan St Petrus en Johannes den Doper gewijde abdijkerk is deels in een Romaanse deels in Gothische stijl opgetrokken (12de-15de eeuw). Verder is er een museum van meubels en houtsnijwerk. In de nabijheid ligt de Berghof, de voormalige verblijfplaats van Adolf Hitler, thans landbouwhuishoudschool.
Als zomervacantieoord en wintersportplaats heeft het een druk toeristenverkeer (jaarl. ongev. 30 000 toeristen). Verder is de reeds in de 12de eeuw bestaande zoutwinning een belangrijk bestaansmiddel; er is een tekenschool en een school voor houtsnijders. Het heeft een mooie ligging en is ook ’s winters zeer beschut. Berchtesgaden is beroemd door de hier zeer ontwikkelde houtsnijkunst.
Berchtesgaden dankt zijn ontstaan aan een omstreeks iioo door Irmgard, gemalin van Gebhard, graaf van Sulzbach, gebouwd en aan de Augustijner koorheren geschonken klooster; intussen werd er eerst in 1122 een proost benoemd. Keizer Frederik I verleende het verscheiden voorrechten (1156), en keizer Frederik III verhief den proost Ülrich tot rijksvorst. Het telde tot aan zijn opheffing 47 proosten; de laatste van dezen, Joseph Konrad, vrijheer van Schroffenberg, was tevens vorst-bisschop van Freising en Regensburg. In 1803 kwam het aan Salzburg, in 1805 aan Oostenrijk en in 1810 aan Beieren.
Berchtesgaden kreeg tijdelijk speciale bekendheid doordien Adolf Hitler het stadje tot zijn particuliere verblijfplaats koos, wijl hij daar het dichtst bij zijn geboorteland Oostenrijk was en van zijn bergwoning uit — het speciaal voor hem gebouwde zgn. Adelaarsnest — naar Oostenrijks gebied kon kijken. Op 5 Mei 1945 werd Berchtesgaden door troepen van het 7de Amerikaanse leger bezet.