(Rome 12 Febr. 1577 il Sept. 1599), was de jongste van 12 kinderen uit het eerste huwelijk van een Romeins edelman, Francesco Cenci, en groeide in een zedeloze omgeving op. Haar vader was een verdorven en ruw man, die zijn bandeloze kinderen en vnl.
Béatrice (naar beweerd is wegens een liefdesgeschiedenis) mishandelde; de tekenen van jaloezie, die in deze gewelddadigheid van haar vader aanwezig zijn, gaven aanleiding tot de opvatting, dat Cenci in misdadige betrekking tot zijn dochter zou hebben gestaan, hetgeen echter niet het geval is geweest. Cenci hertrouwde later met een weduwe, Lucrezia Petroni. Toen hij in 1594 wegens een zedendelict was vervolgd, sloot hij zijn vrouw Lucrezia en Béatrice op in het kasteel La Petrella bij Aquila, eigendom van Marzio Colonna. Béatrice schijnt er een minnarij te hebben gehad met de slotbewaarder, Olimpio Calvetti; twee andere kinderen van Cenci, Bernardo en Paolo, kwamen geregeld op La Petrella.
De wrede bejegeningen moe, besloten toen Béatrice, haar stiefmoeder en de twee zoons de vader in zijn slaap te laten vermoorden. Deze moord werd 9 Sept. 1598 door Olimpio en een huurling, Marzio, volvoerd. Op last van paus Clemens VIII werd de gehele familie Cenci begin 1599 gearresteerd; de anderen bekenden spoedig, Béatrice eerst na lange martelingen. Hoewel voor alle beschuldigden genade werd gevraagd, weigerde de paus deze te verlenen ; op 11 Sept, werden Béatrice en Lucrezia onthoofd, Giacomo doodgeknuppeld en gevierendeeld; alleen Bernardo werd wegens zijn jeugd gegratieerd.
Op alle familiegoederen werd beslag gelegd. Deze tragedie heeft tal van schrijvers geïnspireerd: Shelley putte er de stof voor zijn treurspel The Cenci uit, ook G. B. Niccolini schreef er een drama over; de bekendste roman over deze stof is van F.
D. Guerrazzi.MR H. VAN DEN BERGH
Lit.: I. Rinieri, B. C. secondo i costituti del suo processo (Siena 1809); A. Ademollo, B.
C. romana. Storia del sec. XVI (Firenze 1839, 1849); A. Bertolotti, Fr.
Cenci e la sua famiglia (Firenze 1879) ; A. Geffroy, Sur le livre de M. Bertolotti Fr. Cenci, in: Revue des deux mondes (1880), p. 941 ; C.
Ricci, B. C., 2 dln (1923, Duitse verkorte vert. d. N. Knoblich, 1926); O.
Montenovesi, B. C. davanti alla giustizia dei suoi tempi e della storia (Roma 1928). Vgl. L. v.
Pastor, Gesch. d. Päpste, XI (1927), blz. 615 vgg.