Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Bastvezels

betekenis & definitie

is de verzamelnaam voor die plantaardige vezelstoffen, welke worden verkregen uit de buitenlaag van de stengel (of stam) van allerlei gewassen. Dit ter onderscheiding van de bastvezels van andere groepen van vezels, zoals de bladvezels* (uit bladeren afkomstig), de plantenharen (katoen, kapok, plantenzijde), dierlijke vezels (zijde, wol), kunstmatig bereide vezels (kunstzijde, melkwol, nylon) en minerale vezelstoffen (asbest*).

Aangezien men in het spraakgebruik de buitenlaag van de stengel doorgaans ,,bast” noemt, spreekt men ook van „bastvezels, hoewel de vezels niet altijd in dat deel van de buitenlaag voorkomen, dat men botanisch „de bast” noemt. Bekende bastvezels zijn vlas, hennep, jute, Java-jute, roselle, rameh (z ook vezelstoffen). DR A. D. J. MEEUSE